In gemeenteraadszitting van 19/12/2019 werd een retributiereglement gestemd ter recuperatie van de kosten voor het verzenden van aanmaningen en dwangbevelen aan diegenen die de door hun verschuldigde sommen zoals retributies of huurgelden niet betalen voor de vervaldatum en dit voor een periode aanvang nemend op 01/01/2020 en eindigend op 31/12/2026.
Omwille van de financiële toestand van de gemeente is het noodzakelijk belastingen te heffen en retributies te vorderen ter recuperatie van gemaakte kosten.
Uittreksel uit de Omzendbrief KB/ABB 2019/2
Artikel 2.2.3 Gedwongen invordering
Gemeentelijke schuldvorderingen worden niet altijd binnen de vervaltermijn betaald. De financieel directeur is ertoe gehouden om achterstallige schuldvorderingen desnoods gedwongen in te vorderen, vanuit zijn zorg en verantwoordelijkheid voor het debiteurenbeheer (artikel 177, eerste lid, 2°, DLB). Dit geldt zowel voor fiscale als voor niet-fiscale vorderingen zoals bijvoorbeeld een retributie.
In grote lijnen loopt de gedwongen invordering van een schuld altijd volgens hetzelfde stramien: er wordt een aanmaning tot betaling gestuurd en de gerechtsdeurwaarder wordt ingeschakeld of eventueel volgt een optreden in rechte.
De gedwongen invordering van een fiscale schuld wordt geregeld in het WIB 1992. Voor niet-fiscale schulden geldt de regeling in artikel 177 van het DLB.
Gedwongen invordering van belastingen
Via de verwijzingsregeling in artikel 11 van het decreet van 30 mei 2008, wordt het WIB 1992 gevolgd om de schuldenaar van een achterstallige belastingschuld aan te manen tot betaling en de betaling eventueel af te dwingen.
Na het verstrijken van de betaaltermijn van twee maanden, stuurt de financieel directeur een herinneringsbrief aan de belastingschuldige. Deze herinneringsbrief kan ten vroegste tien dagen vanaf de eerste dag na het verstrijken van de betaaltermijn verstuurd worden (artikel 298 WIB 1992). De verzending mag, maar hoeft niet aangetekend te gebeuren. Het bestuur dat daarvoor kosten wil aanrekenen aan de belastingschuldige, neemt hiervoor een bepaling op in zijn belastingreglementen of stemt daarvoor een afzonderlijk retributiereglement.”
De Omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit geeft aan dat het bestuur dat kosten wil aanrekenen voor een herinneringsbrief aan de belastingschuldige, hiervoor een bepaling dient op te nemen in zijn belastingreglementen of hiervoor een afzonderlijk retributiereglement dient te stemmen.
De huidige tariefstelling van 10,00 EUR dateert echter al van 01/01/2008, momenteel is de verzendingskost van een aangetekende brief 8,86 EUR.
Een aanpassing van de tariefstelling is dan ook meer dan aangewezen.
Tevens is het wenselijk om een jaarlijkse indexering coëfficiënt van 1,5% te voorzien.
Het college van Burgemeester en schepenen stelt de gemeenteraad voor om het retributiereglement voor de terugvordering van aanmaningskosten en dwangbevelen op te heffen en een gewijzigd reglement te stemmen voor een periode eindigend op 31/12/2026.
Voorgestelde wijziging:
Art.2:
§1 de retributie wordt vastgesteld op:
- 10,00 15,00 EUR voor een aanmaning verzonden per aangetekende zending
- 10,00 15,00 EUR voor een dwangbevel krachtens artikel 177 van het decreet lokaal bestuur.
Financiële weerslag JA/NEEN
Visum van toepassing JA/NEEN
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
- Omzendbrief KB/ABB 2019/
Enig artikel: de gemeenteraad te verzoeken onderstaand reglement gewijzigd te stemmen.
Art.1: Het op 19/12/20219 gestemde retributiereglement ter recuperatie van de kosten voor het verzenden van aanmaningen en dwangbevelen wordt op datum van zitting opgeheven en voor een periode van 22/03/2024 en eindigend op 31/12/2026 wordt een retributie geheven ter recuperatie van de kosten voor het verzenden van aanmaningen en dwangbevelen aan diegenen die de door hun verschuldigde sommen zoals retributies, belastingen of huurgelden niet betalen voor de vervaldatum.
Art.2:
Art.3: deze verordening zal in toepassing van de regels over het bestuurlijk toezicht worden overgemaakt aan de hogere overheid en als definitief worden aanzien indien geen bezwaren worden ingediend gedurende het openbaar onderzoek.