De gemeenteraad vergadert regelmatig en in vereist getal, ingevolge de bijeenroeping door het college van burgemeester en schepenen.
De voorzitter opent de zitting op 20/04/2023 om 20:16.
Met schrijven van 4 april 2023 bracht dhr. Peter De Ridder, raadslid voor BOOM één, de voorzitter van de gemeenteraad Dhr. Kim Van Kerckhoven op de hoogte dat hij ontslag neemt als gemeenteraadslid van de gemeente Boom.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 6, 7, 10, 11, 13, 14
- ontslagbrief Dhr. De Ridder
Enig artikel:de gemeenteraad neemt akte van het ontslag van dhr. Peter De Ridder uit zijn functie van gemeenteraadslid.
Dhr. Peter De Ridder diende zijn ontslag in als gemeenteraadslid. Voor Boom één is de eerste opvolger mvr. Marleen De Ridder. Haar geloofsbrieven zijn te vinden in bijlage. Hieruit blijkt dat zij voldoet aan alle gestelde vereisten van verkiesbaarheid en zich niet in één van de gevallen van onverenigbaarheid bevindt en niet verwant is in de verboden graad met andere leden van de gemeenteraad.
De rangorde van de gemeenteraadsleden wordt hierdoor gewijzigd:
| Rang |
Naam |
| 1 |
Anita Ceulemans |
| 2 |
Patrick Marnef |
| 3 |
Jeroen Baert |
| 4 |
Nourdine Elkaouakibi |
| 5 |
Hans Verreyt |
| 6 |
Andy Janssens |
| 7 |
Inge De Ridder |
| 8 |
Francisco Sanchez |
| 9 |
Abdel El-Hajoutti |
| 10 |
Ann De Smedt |
| 11 |
Edmond Van der Taelen |
| 12 |
Sven Cools |
| 13 |
Yani Brems |
| 14 |
Tibo Roekaerts |
| 15 |
Tom Dewandelaere |
| 16 |
Kim Van Kerckhoven |
| 17 |
Fatiha Haouat |
| 18 |
Johan Van Limbergen |
| 19 |
Pascale De Boeck |
| 20 |
Carla Herremans |
| 21 |
Martha Somers |
| 22 |
Kris De Keninck |
| 23 |
Heidi Verhoeven |
| 24 |
Jeanne Carron |
| 25 |
Marleen De Ridder |
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 6, 7, 10, 11, 13, 14
Geloofsbrieven
Verklaring op eer ivm onverenigbaarheden
Art. 1 : De gemeenteraad keurt de geloofsbrieven van de eerste opvolger Marleen De Ridder goed.
Art. 2 : De gemeenteraad neemt akte van de eedaflegging en de voorzitter verklaart Marleen De Ridder aangesteld als gemeenteraadslid.
Art. 3 : De gemeenteraad stelt de rangorde van de gemeenteraadsleden vast.
De gemeenteraad, in zitting van 20 april 2023.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
- verslag GR
Enig artikel: de notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad van 16 maart 2023 goed te keuren.
De gemeenteraad in zitting van 20 april 2023.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
- CBS 6/3 inschrijvingsgelden 2023-2024
Enig artikel: de gemeenteraad neemt kennis van:
- CBS 6/3 inschrijvingsgelden 2023-2024
Bij gemeenteraadsbeslissing van 20 oktober 2011 en bij OCMW-raadsbeslissing van 09.11.2011 werd het ‘Samenwerkingsprotocol Gemeente - OCMW Boom betreffende de onderlinge samenwerking’ goedgekeurd.
Dit was destijds gebaseerd op artikel 271 van het Gemeentedecreet en artikel 271 van het OCMW-decreet, stipulerend dat "Tussen de gemeente en het OCMW kunnen beheersovereenkomsten worden gesloten over het gemeenschappelijk gebruik van elkaars diensten. In de beheersovereenkomst kan tevens opgenomen worden dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor bepaalde functies een beroep kunnen doen op elkaars personeelsleden".
In hogervermeld samenwerkingsprotocol was sprake van de (toen nog) vooropgestelde integratie van ondermeer volgende diensten of werkingen op korte of langere termijn: personeelsdienst, communicatie, aankoopbeleid, wagenpark, bodetaken, financiële zaken, technisch ondersteunende diensten, ICT, diversiteit, klachtenbehandeling, verzelfstandiging, onthaal en secretariaat.
Op dat ogenblik was de integratie tussen gemeente en OCMW nog minder verregaand dan op dit ogenblik en was er ook nog sprake van een secretaris en financieel beheerder in gemeente en OCMW cfr. artikel 76 van het Gemeentedecreet en artikel 75 van het OCMW-decreet.
Inmiddels is het Decreet Lokaal Bestuur tot stand gekomen en kan verwezen worden naar (een gelijkaardig) artikel 196 §2 Decreet Lokaal Bestuur (DLB d.d. 22.12.2017) dat het volgende bepaalt:
“Tussen de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient kunnen beheersovereenkomsten worden gesloten over het gemeenschappelijk gebruik van elkaars diensten.
In de beheersovereenkomst kan worden opgenomen dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor bepaalde functies een beroep kunnen doen op elkaars personeelsleden. Tegelijk kan worden bepaald dat de bevoegde organen hun beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid kunnen toevertrouwen aan de personeelsleden van het andere bestuur binnen de grenzen vastgesteld in dit decreet.”
Het DLB is de huidige basis waarop gemeente en het OCMW kunnen beslissen om gemeenschappelijk gebruik te maken van elkaars diensten en personeelsleden.
Inmiddels werd de in 2011 vooropgestelde geïntegreerde werking zo goed als volledig gerealiseerd en worden steeds meer vormen van eenmaking en/of wegwerking van verschillen nagestreefd.
Het samenwerkingsprotocol van 2011 is nog steeds van kracht, aangezien hierin vermeld werd dat deze overeenkomst van rechtswege werd verlengd, tot op het ogenblik dat een nieuwe beheersovereenkomst in werking zou treden.
Met de aanstelling van mevr. Lize Van Dijck als nieuwe algemeen directeur bij gemeenteraadsbeslissing van 15.12.2022 en dhr. Dirk Cappaert als nieuwe financieel directeur bij gemeenteraadsbeslissing van 16.03.2023, moeten de beslissingen tot aanstelling van waarnemend algemeen directeurs en waarnemend financieel directeurs opnieuw genomen worden.
Het is dan echter aangewezen om eerst een nieuwe ‘beheersovereenkomst tussen gemeente en OCMW voor een geïntegreerd personeelsbeleid’ af te sluiten, die dan in de plaats komt van het samenwerkingsprotocol van 2011.
Deze beheersovereenkomst kan dan ook alle andere beheersovereenkomsten die werden afgesloten tussen gemeente en OCMW m.b.t. specifieke diensten, opheffen. Meer bepaald gaat het dan over volgende overeenkomsten:
- Beheerovereenkomst diversiteit zoals goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 30.06.2011;
- Beheersovereenkomst kindfunctie zoals goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 16.05.2013;
- Beheersovereenkomst personeelsdienst zoals goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 16.05.2013;
- Beheersovereenkomst facilitaire diensten zoals goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 18.12.2014;
- Beheersovereenkomst financiën en aankoop. zoals goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 18.12.2014
- Beheersovereenkomst ICT zoals goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 24.09.2015;
De VVSG biedt een model van beheersovereenkomst aan die (op vereenvoudigde en veralgemeende wijze) de basis kan zijn voor de samenwerking tussen gemeente en OCMW, waaruit volgend voorstel van beheersovereenkomst voor het lokaal bestuur Boom voortvloeide:
“
BEHEERSOVEREENKOMST TUSSEN DE GEMEENTE EN HET OCMW BOOM
VOOR EEN GEÏNTEGREERD PERSONEELSBELEID
TUSSEN:
Gemeente Boom, Antwerpsestraat 44, vertegenwoordigd door Kim Van Kerckhoven, voorzitter van de gemeenteraad, en Lize Van Dijck, algemeen directeur,
hierna genoemd de gemeente,
EN
OCMW Boom, J. Van Cleemputplein 1, vertegenwoordigd door Kim Van Kerckhoven, voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, en Lize Van Dijck, algemeen directeur,
hierna genoemd het OCMW,
waarbij gemeente en OCMW hierna tegenover elkaar beschouwd worden als het andere bestuur,
WORDT ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1 – Gemeenschappelijk gebruik van elkaars diensten
Met toepassing van artikel 196 §2 Decreet Lokaal Bestuur (DLB) werken de gemeente en het OCMW samen om gemeenschappelijk gebruik te maken van elkaars diensten.
Artikel 2 – Een beroep doen op de personeelsleden van het andere bestuur
§1. Met toepassing van artikel 196 §2 DLB wensen de gemeente en het OCMW een beroep te doen op elkaars personeelsleden voor alle functies in het eengemaakte organogram.
Bij de waarneming van een functie bij het ene bestuur door een personeelslid van het andere bestuur, kan een waarnemingstoelage toegekend worden voor zover de rechtspositieregeling van beide besturen erin voorziet.
§2. De leidinggevenden mogen instructies geven aan zowel gemeente- als OCMW-personeel dat (volgens het organogram) tot hun dienst behoort.
§3. Een personeelslid van de gemeente kan geëvalueerd worden door een personeelslid van het OCMW, op voorwaarde dat deze laatste een leidinggevende bevoegdheid uitoefent over het gemeentepersoneelslid.
Een personeelslid in dienst van het OCMW kan geëvalueerd worden door een personeelslid van de gemeente op voorwaarde dat deze laatste een leidinggevende bevoegdheid uitoefent over het OCMW-personeelslid.
De eventuele juridische gevolgen van de evaluatie worden bekrachtigd door de juridische werkgever.
Artikel 3 – Ambtelijke delegatie beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid
§1. De algemeen en financieel directeur hebben krachtens de artikelen 162 §1, 175 en 587 derde lid DLB vanaf hun aanstelling de bevoegdheid om voor beide besturen (gemeente en OCMW, samen of afzonderlijk) op te treden.
§2. Met deze beheersovereenkomst, genomen in toepassing van artikel 196 DLB, mogen de algemeen en financieel directeur binnen de grenzen vastgelegd door dit Decreet hun beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid met betrekking tot een gemeentelijke bevoegdheid toevertrouwen aan één of meer medewerkers van het OCMW en hun beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid met betrekking tot een OCMW-bevoegdheid toevertrouwen aan één of meerdere medewerkers van de gemeente.
Artikel 4 – Gezamenlijke werving en selectie en aanleg wervings- en bevorderingsreserve
De aanstellende overheden van de gemeente en van het OCMW kunnen gezamenlijke sollicitatieprocedures organiseren.
Daarbij kunnen de aanstellende overheden beslissen een gemeenschappelijke wervings- of bevorderingsreserve aan te leggen, volgens de bepalingen en binnen de grenzen van de gemeentelijke rechtspositieregeling.
Artikel 5 – Duurtijd van de overeenkomst
Deze overeenkomst gaat in op de dag van goedkeuring door de gemeenteraad en dit voor onbepaalde duur. Elk van beide partijen kan een einde maken aan deze overeenkomst mits hij een opzegtermijn van 6 maanden respecteert.
Artikel 6 – Juridische werkgever en werkgeversgezag
De gemeente of het OCMW is en blijft, naargelang het geval, de juridische werkgever van de onder de artikelen 1, 2 en 3 betrokken personeelsleden en oefent als enige het werkgeversgezag uit. Er is geen sprake van terbeschikkingstelling. Er worden geen personeelsleden overgedragen.
Artikel 7 – Financiële verrekening
Voor de uitvoering van deze overeenkomst betaalt het OCMW geen vergoeding aan de gemeente of vice versa.
Opgemaakt in twee originele exemplaren te Boom, waarvan elke partij erkent er één ontvangen te hebben,
Op …………………….
Voor de gemeente …
Voor het OCMW …”
Het college in zitting van 03.04.2023 verwees dit punt door naar de gemeenteraad ter goedkeuring.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
De gemeenteraad beslist:
Art.1:de ‘Beheerovereenkomst tussen de Gemeente en het OCMW Boom voor een geïntegreerd personeelsbeleid’ goed te keuren.
Art.2: het ‘Samenwerkingsprotocol Gemeente - OCMW Boom betreffende de onderlinge samenwerking’ zoals goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 20 oktober 2011 en bij OCMW-raadsbeslissing van 09.11.2011, op te heffen.
Art.3: volgende beheersovereenkomsten m.b.t. specifieke diensten of werkingen op te heffen:
- Beheerovereenkomst diversiteit zoals goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 30.06.2011;
- Beheersovereenkomst kindfunctie zoals goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 16.05.2013;
- Beheersovereenkomst personeelsdienst zoals goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 16.05.2013;
- Beheersovereenkomst facilitaire diensten zoals goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 18.12.2014;
- Beheersovereenkomst financiën en aankoop. zoals goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 18.12.2014
- Beheersovereenkomst ICT zoals goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 24.09.2015;
Op de gemeenteraad van 21 april 2022 werd schepen Carla Herremans aangeduid als afgevaardigde voor de algemene vergaderingen van Woonkrediet ANTWERPEN-KEMPEN-LIMBURG.
De gemeenteraad neemt kennis dat er op 12 april 2023 er een algemene vergadering van Woonkrediet A-K-L plaatsvond met volgende agenda:
1. Jaarrekening en jaarverslag van de bestuurders over het boekjaar 2022
2. Verslag van de commissaris over het boekjaar 2022
3. Decharge bestuurders
4. Decharge commissaris
5. Mandaten bestuurders en commissaris
CBS 3/4/2023
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
- agenda + bijlagen
Enig artikel: kennis te nemen dat er op woensdag 12 april 2023 een algemene vergadering heeft plaatsgevonden van Woonkrediet ANTWERPEN-KEMPEN-LIMBURG
Met schrijven van 24 maart 2023 meldt Kempens woonkrediet dat er een algemene jaarvergadering plaatsvindt op 25 april 2023 met volgende agenda:
1. proces-verbaal gewone algemene vergadering dd. 26-04-2022
2. woord van de voorzitter en verslag namens het bestuursorgaan over de werking in 2022
3. verslag van de bedrijfsrevisor
4. goedkeuring van de jaarrekening & bestemming van het resultaat
5. decharge aan de leden van het bestuursorgaan en de revisor
6. benoemingen
7. terbeschikkingstelling aandelen
8. toekomstperspectieven van de vennootschap
9. varia en afsluitende rondvraag.
CBS 3/4/2023
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
- Agenda en bijlagen
Art.1 : de gemeenteraad neemt kennis dat er een Algemene jaarvergadering van Kempens Woonkrediet plaatsvindt op 25 april 2023 en keurt de agenda goed:
1. proces-verbaal gewone algemene vergadering dd. 26-04-2022
2. woord van de voorzitter en verslag namens het bestuursorgaan over de werking in 2022
3. verslag van de bedrijfsrevisor
4. goedkeuring van de jaarrekening & bestemming van het resultaat
5. decharge aan de leden van het bestuursorgaan en de revisor
6. benoemingen
7. terbeschikkingstelling aandelen
8. toekomstperspectieven van de vennootschap
9. varia en afsluitende rondvraag.
Art.2 : de afgevaardigde van de gemeente, dhr. Abdel El Hajoutti (of bij belet zijn/haar plaatsvervanger dhr. Sven Cools) te mandateren om op de Algemene Vergadering van Kempens woonkrediet van 25 april 2023 (of op elke andere algemene vergadering in gewone en/of in buitengewone zitting met dezelfde agenda ingeval de eerste niet geldig zou kunnen beraadslagen) te handelen en te beslissen conform de beslissingen die door de gemeenteraad zijn genomen over de agendapunten van de Algemene Vergadering van Kempens woonkrediet.
De huidige beheersovereenkomst dateert van 10/06/2014.
Een aantal aanpassingen dringen zich op, onder meer het toevoegen van de opdrachten inzake lokale economie, handelskernversterking en parkeren.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
Nieuwe beheersovereenkomst
vorige beheersovereenkomst
nieuwe beheersovereenkomst met wijzigingen
statuten
Enig artikel: keurt de beheersovereenkomst in bijlage, tussen AGB Boom Plus en de gemeente zoals gestemd in de Raad van Bestuur van het AGB op 01/03/2023 goed.
Het veiligheids- en preventieplan 2014-2017 werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 20 maart 2014. Het plan werd verschillende malen verlengd dit telkens voor een korte periode. Aangezien deze plannen al lange tijd meegaan leek 2023-2024 wel een moment om deze toch kritisch onder de loep te nemen. In het verleden werden al enkele kleine wijzigingen uitgevoerd, voor 2023-2024 zijn deze wijzigingen iets omvangrijker.
De Ministerraad nam op 15 juli 2022 de beslissing om de SVPP te verlengen met twee jaar, tot en met 31 december 2024.
Het K.B van 20 juli 2022 betreffende de verlenging van 2023-2024 van de SVPP 2020-2022.
Het M.B. (d.d. 25/11/2022) tot bepaling van de indienings-, opvolgings- en evaluatievoorwaarden en tot bepaling van de toekennings-, aanwendings- en controlevoorwaarden van de financiële toelage van de SVPP 2023-2024.
Titel 2, hoofdstuk 1 bepaald de indieningsmodaliteiten en inhoud.
In een mail Prevnews 16 d.d. 30/11/2022 van de Algemene directie veiligheid en preventie - ministerie Binnenlandse Zaken, wordt gevraagd om ten laatste 31 maart 2023 het door de gemeenteraad goedgekeurd plan (met of zonder wijzigingen) te bezorgen.
In de commissie veiligheid, preventie, brandweer d.d. 23/3/2023 gaf de coördinator reeds toelichting over de veranderingen in de werking. Dit geeft aanleiding tot enkele wijzigingen in het preventieplan, aangepast aan de huidige context.
Er worden 13 wijzigingen voorgesteld aan de gemeenteraad, zie wijzigingsformulier in bijlage.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
Het K.B van 20 juli 2022 betreffende de verlenging van 2023-2024 van de SVPP 2020-2022.
Het M.B. (d.d. 25/11/2022) tot bepaling van de indienings-, opvolgings- en evaluatievoorwaarden en tot bepaling van de toekennings-, aanwendings- en controlevoorwaarden van de financiële toelage van de SVPP 2023-2024.
KB van 20 juli 2022 betreffende de verlenging 2023-2024 van de SVPP 2020-2022
M.B. d.d. 25/11/2022 met de voorwaarden
mail Prevnews 16
het wijzigingsformulier met de voorgestelde wijzigingen
het voorstel Veiligheids-en preventieplan 2020 met de opgenomen wijzigingen (excel)
document over cybercriminaliteit om de toevoeging van dit fenomeen te rechtvaardigen
Enig artikel: de 13 voorstellen tot wijziging van het Veiligheids-en preventieplan 2020 zoals in het wijzigingsformulier opgesomd goedkeuren.
Het gaat niet goed met de Boomse handelskern. Volgens een analyse van de Profploeg staan er 53 panden leeg op een 100-tal handelspanden in de Boomse handelskern.
Daarom wensen we, net als in andere Vlaamse gemeenten waar men de zaken wil keren, enkele stimulansen en een algemeen kader te bieden aan de hand van een Beleefboom reglement en een belasting leegstand.
Het beleefboom reglement behandelt de procedure om een starterspremie te bekomen, het leegstandsbeheer, alsook de renovatiepremie.
Het belastingsreglement leegstand verhoogt de bestaande taksen op leegstand, met de mogelijkheid deze taks te vermijden door het pand uit te besteden aan de leegstandsbeheerder, die er dan een invulling voor probeert te zoeken.
| Dienstjaar: 2023 | ARK: 6492000 |
| Ramingnummer MJP002311 | BELEIDSDOMEIN: 04 |
| Bedrag raming : 20.000EUR (nog niet in te schatten) | BELEIDSVELD: XXXX |
| Beschikbaar krediet : 20.000 EUR | BELEIDSITEM: XX |
| Aanpassing meerjarenplan noodzakelijk : NEEN | |
| Visum financieel beheerder: GUNSTIG | Datum : XX/XX/2021 |
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
Ja: reglementen
Art. 1 : het BeleefBoom reglement omtrent de starterspremie, de renovatiepremie en het leegstandsbeheer wordt goedgekeurd.
Art. 2 : de inningen van de leegstandstaks worden aangewend ter betaling van de subsidiepremies en de opwaardering van het handelscentrum.
De statuten van de gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur werden tijdens de zitting van de Gemeenteraad op 23 april 1992 goedgekeurd. Daarna volgden twee wijzigingen op 20 januari 1994 en 30 maart 1995. De huidige statuten (terug te vinden in bijlage) dateren van 20/02/2003. De statuten werden toen aangepast aan de verplichtingen binnen de samenwerkingsovereenkomst.
Volgende wijzigingen aan de huidige statuten worden voorgesteld:
- bij de bevoegdheden is het bewaken van de samenwerkingsovereenkomst er uit gehaald.
- bij de samenstelling werd eruit gehaald dat minstens 1 derde van de leden van een milieu- en natuurvereniging moet zijn.
- daarnaast werd 'een vertegenwoordiger van elke wijkraad' vervangen door een geïnteresseerde burger.
- bij duur van het mandaat werd geschrapt dat stemgerechtigde leden die driemaal na elkaar , zonder verontschuldiging afwezig blijven, als ontslagnemend worden beschouwd.
- de onderdelen verslag, jaarverslag, financiën, huishoudelijk reglementen afsprakennota welke destijds noodzakelijk waren voor de samenwerkingsovereenkomst worden geschrapt.
De gewijzigde statuten (zie bijlage) worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
De wijzigingen werden besproken tijdens de commissiezitting van 7 februari 2023.
De statutenwijziging werd besproken op de commissie van 7 februari 2023.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
- huidige statuten milieuraad
- nieuwe statuten milieuraad
- verslag commissie
Art.1: de bestaande statuten van de milieuraad in te trekken.
Art.2: de goedkeuring te hechten aan de nieuwe statuten.
Context:
- Huidige openingsuren: 34
- Personeelsuren: 35 (1u toeslag op zaterdag) x 2 (2 baliemedewerkers)
= 70
- Besparing voorzien: -2VTE
= C-functie: 26 balieuren
- Beschikbare personeelsuren uitleen: 70-26= 44
- Aantal openingsuren: 21 (44 openingsuren / 2 medewerkers -1u zaterdagtoeslag)
- Werkdruk bij 21 u:
Bij analyse voor nieuwe openingsuren, rekening houden met volgende parameters:
Voorstel:
Op basis van analyse en parameters: mogelijke nieuwe openingsuren
Zie bijlage.
Voorstel om voor optie 3 te kiezen; 24u open (ipv berekende 21u).
Interne organisatie bibteam verder bekijken ifv bemanning voorziene 24 openingsuren (25 personeelsuren). Optimale definiëring kerntaken.
Bij meer budgettaire ruimte kan er bekeken worden om het bib-team uit te breiden zodat openingsuren opnieuw verbreed kunnen worden.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
Schematisch overzicht 3 opties mogelijke openingsuren
Uittreksel verslag adviesraad
Art.1:
de bib zal voortaan geopend zijn:
Maandag: 15u – 20u
Dinsdag: 10u – 12u en 13u – 18u
Woensdag: 10u – 12u en 13u – 18u
Donderdag: 10u – 12u
Vrijdag: gesloten
Zaterdag: 10u – 13u
Zondag: gesloten
Art.2:
Gewijzigde openingsuren zullen ingaan vanaf maandag 24 april 2023
De voorlopige programmatie omvat de programmatie voor het seizoen 2022-2023. Enkele data dienen nog verder afgestemd te worden.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
Jaarrekening 2022 en voorlopige programmatie 2023-2024.
Art. 1: De gemeenteraad keurt de jaarrekening van VZW CC De Steiger goed;
Art. 2: De gemeenteraad neemt kennis van de voorlopige programmatie van CC De Steiger.
De lokalen Antwerpsestraat 445.00.2 eigendom van GoedWonen.Rupelstreek zijn vanaf 01.07.2023 beschikbaar om te huren. Dit zou de perfecte locatie zijn voor de werking van Den Uit en de opvang van jongeren en kinderen m.b.t. de speelpleinwerking.
GoedWonen.Rupelstreek stelt voor hiervoor een huurovereenkomst af te sluiten vanaf 01.07.2023, voor de termijn van 9 jaar om van rechtswege en zonder stilzwijgende verlening te eindigen op 30.06.2032, tegen een huurprijs van 400,00 €/maand.
De abonnementen voor water, gas, elektriciteit, internet, telefoon of andere zijn ten laste van het Lokaal Bestuur.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
huurovereenkomst
Enig artikel: een huurovereenkomst af te sluiten met GoedWonen.Rupelstreek voor de lokalen Antwerpsestraat 445.00.2, met ingang vanaf 01.07.2023 voor de werking van Den Uit en de opvang van jongeren en kinderen m.b.t. de speelpleinwerking tegen de huurprijs van 400,00/maand verhoogd met de kosten voor water, gas, elektriciteit, internet, telefoon of andere.
De gemeenteraad besliste in zitting van 27/05/2010 toe te treden tot de interlokale vereniging lokaal woonbeleid Zuid, IVLW Zuid.
De gemeenteraad keurde in zitting van 16/06/2013 het gemeentelijk woonbeleidsplan 2013-2019 goed.
In 2014 werd IVLW Zuid opgesplitst in twee regio’s: IVLW Zuidrand en IVLW Rivierenland.
De gemeenteraad keurde in zitting van 17/10/2013 de verlengingsaanvraag van IVLW Rivierenland goed en besliste hiermee verder deel te nemen aan de vereniging.
De gemeenteraad keurde in zitting van 05/12/2013 het reglement voor inventarisatie en belasting van verwaarloosde, ongeschikt, onbewoonbaar-onveilig verklaarde of leegstaande woningen of gebouwen voor de aanslagjaren 2014-2019 goed.
De gemeenteraad keurde in zitting van 17/11/2016 de verlengingsaanvraag van IVLW Rivierenland goed en besliste hiermee verder deel te nemen aan de vereniging.
De toekenning van een subsidie aan het project Wonen in Rivierenland werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 03/04/2017.
Ingevolge het decreet van 14/10/2016 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen en het decreet van 23/12/2016 houdende diverse fiscale bepalingen zijn er een aantal wijzigingen inzake woningkwaliteit.
Vanaf 23/12/2016, na een wijziging van het decreet Grond- en Pandenbeleid, kregen de gemeenten het volledige vertrouwen om een eigen beleid rond leegstand te voeren. Daarbovenop kregen ze vanaf 1/01/2017 ook voor het registreren en belasten van verwaarloosde panden de volledige beleidsvrijheid.
Als laatste stap keurde de Vlaamse Regering op 15 september 2017 de wijziging en opheffing van diverse besluiten goed die betrekking hebben op leegstand, verwaarlozing en ongeschikt- en onbewoonbaarheid.
De decreetgever heeft ervoor gekozen om de lokale besturen volledige beleidsvrijheid te geven met betrekking tot het registeren en bestrijden van leegstand. Als gevolg van die beslissing worden de verplichtingen ter zake geschrapt in het decreet grond- en pandenbeleid. Concreet:
- De verplichting om een leegstandsregister bij te houden wordt geschrapt.
- De verplichting om het leegstandsregister jaarlijks te actualiseren en Wonen-Vlaanderen vervolgens een update te bezorgen valt weg.
- De uitzonderlijke gewestelijke leegstandsheffing (UGLH) en de minimumheffingen zijn geschrapt.
- De tegemoetkoming in de kosten voor de opmaak en de jaarlijkse actualisatie van het register valt weg.
De decreetgever vertrouwt het bestrijden van verwaarlozing volledig toe aan de gemeenten. Het Gewest bepaalt alleen nog de hoofdlijnen en geeft de gemeenten verder volledige beleidsvrijheid in het registreren en belasten van verwaarloosde panden. Deze beslissing is gebaseerd op de vaststelling dat verwaarlozing, net als leegstand, bij uitstek een gemeentelijke aangelegenheid is. Bovendien gaan verwaarlozing en leegstand dikwijls samen en dan is het logisch dat het bestrijden ervan aan hetzelfde bestuursniveau wordt toevertrouwd.
In het activiteitenschema van IVLW Rivierenland voor de periode van 01/05/2017-30/04/2018 werden onder rubriek 2 “Woningkwaliteit en woonomgeving” volgende acties opgenomen:
Actie 2.5: Intergemeentelijk is er visie over verwaarlozing ontwikkeld. De manier van vaststellen, heffing en vrijstellingen zijn besproken op het HVA overleg. Het CBS en GR keuren het reglement verwaarlozing goed. De huisvestingsambtenaar spoort de verwaarloosde panden op en houdt deze bij in een inventaris.
Actie 2.6: De huisvestingsambtenaar spoort de leegstaande panden op en houdt deze bij op de inventaris.
Actie 2.7: het CBS en GR keurt het heffingsreglement op leegstand en verwaarlozing goed. De aanpassing van de reglementen wordt gecommuniceerd aan de belanghebbenden.
Tijdens de bijeenkomsten van de huisvestingsambtenaren van IVLW Zuidrand van 24/01/2017, 25/04/2017 en 15/06/2017 werd de intergemeentelijke afstemming van de reglementen besproken.
Tijdens de stuurgroepen van IVLW Rivierenland van 15/03/2017 en 28/06/2017 werd de intergemeentelijke afstemming van de reglementen besproken.
De voorstellen tot aanpassingen van het gemeentelijk belastingsreglement op leegstaande en/of verwaarloosde woningen en/of gebouwen werd besproken op het lokaal woonoverleg van 05/12/2016, 24/04/2017 en 19/06/2017.
Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 20/11/2017 kennis van de agenda van het lokaal woonoverleg van 04/12/2017 met als agendapunt de aanpassing van het gemeentelijk belastingsreglement op leegstaande en/of verwaarloosde woningen en/of gebouwen.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 11/12/2017 om
1) Akkoord te gaan om het gemeentelijk belastingsreglement op leegstaande en/of verwaarloosde woningen en/of gebouwen voor de aanslagjaren 2014-2019 zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 05/12/2013 aan te passen aan de nieuwe regelgeving en bijgevolg op te heffen
2) Akkoord te gaan met het invoeren van de intergemeentelijke voorstellen van reglementen, zoals besproken op de vergaderingen van de huisvestingsambtenaren van IVLW Rivierenland, de stuurgroepen van IVLW Rivierenland en het lokaal woonoverleg
en deze zaak te verzenden naar de gemeenteraad.
In gemeenteraadszitting van 21/12/2017 werd het belastingreglement op leegstaande en/of verwaarloosde woningen en/of gebouwen voor de aanslagjaren 2014-2019 opgeheven.
Een nieuw belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen werd ingevoerd en gestemd voor de jaren 2018-2019.
Omwille van de financiële toestand van de gemeente is het noodzakelijk belastingen te heffen en retributies te vorderen ter recuperatie van gemaakte kosten.
De gemeenteraad herstemde in zitting van 19 december 2019 het belastingreglement op leegstaande woningen en/of gebouwen voor de periode 2020-2026
Het bestuur heeft de intentie om voor het kernwinkel- en uitbreidingsgebied een hoger belastingtarief te heffen en dit al onmiddellijk op datum van opname in het leegstandsregister.
Motivering:
Het lokaal bestuur wenst nog meer in te zetten op het invullen van de leegstaande handelspanden in het kernwinkelgebied en het uitbreidingsgebied. De opwaardering van dit gebied is een van de prioritaire doelstellingen van het lokaal bestuur waar dringend resultaten dienen geboekt. De huidige reglementeringen bestaan al enige tijd en hebben weinig tot geen impact gehad op de leegstand in het handelscentrum. Het verhogen van de leegstandsbelasting en het versneld laten betalen bij leegstand, zijn een van de pijlers die eigenaars van leegstaande panden in het betreffende gebied tot actie zouden moeten laten overgaan.
Het bestuur heeft de intentie om een bijkomende vrijstellingsbepaling in artikel 6. punt 11 te voorzien.
Motivering
Het lokaal bestuur wenst eigenaars van leegstaande panden in het betreffende gebied vrijstelling te kunnen verlenen, indien zij hun leegstaande pand laten beheren door de leegstandsbeheerder aangesteld door de gemeente. Op deze manier krijgen leegstaande panden op een snelle en efficiënte manier invulling wat een enorme opwaardering van de uitstraling van het handelscentrum kan teweegbrengen.
De ruimtelijke afbakening van het kernwinkelgebiedgebied behelst volgende straten; Grote Markt, Hoogstraat, en Blauwstraat.
Het kernwinkeluitbreidingsgebied bestaat uit Henri Spillemaeckerstraat, Antwerpsestraat nr 1 t.e.m. nr 41 en Leopoldstraat.
Het is aangewezen om het het belastingreglement aan te passen.
Het college besliste in zitting van 03/04/2023 om het belastingreglement op leegstaande woningen en/of gebouwen naar de gemeenteraad te zenden om het gewijzigd te stemmen voor de periode aanvang nemend op 01/01/2023 en eindigend op 31/12/2026.
Het college stelt de gemeenteraad voor om het belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen gewijzigd te stemmen voor de periode aanvang nemend op 01/01/2023 en eindigend op 31/12/2026.
Voorgestelde wijzigingen:
Artikel 3
Bijkomende paragraaf:
- §3 in afwijking van §1 en §2 is de belasting op leegstaande gebouwen gelegen binnen het kernwinkel - en kernwinkeluitbreidingsgebied voor het eerst verschuldigd op de datum van opname in het gemeentelijk leegstandsregister.
Artikel 5
Apart belastingtarief voor het ‘kernwinkel- en uitbreidingsgebied’
Indien het gebouw of de woning een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting:
Indien het gebouw of de woning een derde opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting:
Artikel 6
Bijkomende vrijstellingsbepaling
11° het gebouw in beheer wordt gegeven op basis van een tenlastegevingscontract aan de leegstandsbeheerder van leegstaande winkelpanden van het lokaal bestuur;
a) De vrijstelling geldt pro rata het aantal maanden waarvoor een ondertekend tenlastegevingscontract kan voorgelegd worden tussen de eigenaar en de leegstandsbeheerder.
b) Na de vrijstelling valt de belastingplichtige terug op de oorspronkelijke belasting, waarbij rekening wordt gehouden met de verhogingen van de aanslagvoet zoals voorzien in art.4
c) Enkel leegstaande winkelpanden binnen het kernwinkelgebied of kernwinkeluitbreidingsgebied kunnen gebruik maken van deze vrijstelling.
d) De leegstandsbeheerder wordt aangeduid door het college van burgemeester en schepenen.
e) Indien er voor een bepaalde periode geen leegstandsbeheerder is aangeduid, kan van deze vrijstelling geen gebruik gemaakt worden.
f) De voorwaarden en algemene bepalingen van het leegstandsbeheer zijn opgenomen in het #BeleefBoom reglement voor het handelscentrum, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad.
12° wanneer de leegstand het gevolg is van overmacht, d.w.z. te wijten is aan redenen buiten de wil van de zakelijk gerechtigde van wie redelijkerwijze niet kan verwacht worden dat hij een einde stelt aan de leegstand. Deze vrijstelling wordt toegekend zolang de overmacht aanhoudt.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
Artikel 1
het op 19/12/2019 gestemde belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen wordt op 01/01/2023 opgeheven en er wordt voor een periode aanvang nemend op 01/01/2023 en eindigend op 31/12/2026 een gewijzigd belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen gevestigd.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van dit reglement gelden onder meer de begripsomschrijvingen zoals vermeld in de Vlaamse Codex Wonen van 2021, Boek 1, art.1.3.
Voor de toepassing van dit reglement wordt specifiek volgende definitie verstaan onder:
1° Administratie: De gemeentelijke administratieve eenheid en/of intergemeentelijke administratieve eenheid die door de gemeenteraad wordt belast met het beheer van de gemeentelijke inventaris
2° beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen
3° Beveiligde zending: Eén van de hiernavolgende betekeningswijzen:
a) een aangetekend schrijven;
b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;
4° Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.
5° Inventarisatiedatum: de datum waarop het gebouw en/of woning voor de eerste maal in het leegstandsregister wordt ingeschreven
6° Leegstaand gebouw: Gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uit maken van het gebouw.
De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning of melding in de zin van artikel 94 van het decreet Ruimtelijke Ordening, met latere wijzigingen, of milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, met latere wijzigingen. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2° van het decreet bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na slopen van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
7° Leegstaande woning: Woning die gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie.
8° Leegstandsregister: Het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen als vermeld in Boek 2, art. 2.9 - art. 2.14 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
9° Leegstand bij nieuwbouw: Een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie.
10° Verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van eerste inschrijving, zolang het gebouw en/of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt.
11° Woning: een goed vermeld in Boek 1, art. 1.3 66° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 (elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande).
12° Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:
a) de volle eigendom,
b) het recht van opstal of van erfpacht
c) het vruchtgebruik
13° Kernwinkelgebied bestaat uit: Grote Markt, Hoogstraat en Blauwstraat
14° Kernwinkeluitbreidingsgebied bestaat uit: Henri Spillemaeckerstraat, Leopoldstraat en Antwerpsestraat nr 1 t.e.m. nr 41
Artikel 3 - Belastbaar Feit
§1 er wordt een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
§2 De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
§3 In afwijking van §1 en §2 is de belasting op leegstaande gebouwen gelegen binnen het kernwinkel - en kernwinkeluitbreidingsgebied voor het eerst verschuldigd op de datum van opname in het gemeentelijk leegstandsregister.
§4 Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de heffing verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.
Artikel 4 Belastingsplichtige
§ 1 De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op de verjaardag van de inventarisatiedatum
§ 2 Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
§ 3 De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister. Tevens moet hij per beveiligd schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:
Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.
De toepassing hiervan is mogelijk voor zover de ontstentenis van de kennisgeving ertoe leidt dat de gemeente op de datum (of verjaardag) van inventarisatie niet in kennis is van het feit dat er een overdracht van het zakelijk recht heeft plaatsgevonden.
Artikel 5 - Tarief van de heffing
§1. Het basis bedrag verschuldigd bij een eerste heffing:
Indien het gebouw of de woning een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting:
Indien het gebouw of de woning een derde opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting:
Indien het gebouw of de woning een vierde of latere opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting:
§2. Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning op de inventaris staat wordt herberekend bij volledige overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.
§3. Het aantal termijnen dat een woning op het leegstandregister staat, wordt behouden bij ingang van het nieuwe reglement. De termijn die in acht genomen wordt voor de heffing, wordt berekend vanaf de eerste opname op het leegstandregister.
Artikel 6 Vrijstellingen
§1. Een vrijstelling van de heffing kan aangevraagd worden bij de administratie via het daartoe bestemde aanvraagformulier. De aanvraag voor een vrijstelling van de heffing moet worden ingediend via beveiligde zending uiterlijk 30 dagen na kennisgeving van de opname op het kohier. Voor de volgende jaren dient de aanvraag telkens, per beveiligde zending te worden ingediend voor het verstrijken van de toepasselijke inventarisatiedatum, aangezien anders de eventuele vrijstelling pas kan ingaan na de inventarisatiedatum. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals beschreven, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.
§ 2. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:
1° de belastingplichtige die in een erkende zorginstelling verblijft ,voor een periode van maximum twee jaar;
2° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing, voor een periode van maximum twee jaar;
3° de belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht.
4° de woning of het gebouw gelegen binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan en de woning aangeduid als te onteigenen goed;
5° de woning of het gebouw, krachtens decreet, beschermd als monument, stads- of dorpsgezicht, of opgenomen op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument, stads- of dorpsgezicht en waarvoor een restauratiepremiedossier bij de bevoegde overheidis ingediend en ontvankelijk verklaard;
6° de woning of het gebouw vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;
7° de woning of het gebouw onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik;
8° de woning of het gebouw gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning;
9° de woning of het gebouw gerenoveerd wordt zonder stedenbouwkundige vergunning, mits de betrokkene door middel van een gedetailleerd dossier (timing, aard werken, kostprijs) aantoont dat het een totale verbouwing betreft en waarbij de woning wordt aangepast aan de huidige woningkwaliteitsnormen. De werken worden jaarlijks aangetoond aan de hand van foto’s en bijgevoegde facturen. De vrijstelling wordt jaarlijks opnieuw aangevraagd en is verlengbaar tot maximum drie jaar.
10° de woning of het gebouw eigendom is van: een erkende sociale huisvestingsmaatschappij, een erkend sociaal verhuurkantoor, de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, IGEAN, AGB Boom Plus, het gemeentebestuur Boom of het OCMW Boom, voor een periode van maximum twee jaar.
11° het gebouw in beheer wordt gegeven op basis van een tenlastegevingscontract aan de leegstandsbeheerder van leegstaande winkelpanden van het lokaal bestuur;
a) De vrijstelling geldt pro rata het aantal maanden waarvoor een ondertekend tenlastegevingscontract kan voorgelegd worden tussen de eigenaar en de leegstandsbeheerder.
b) Na de vrijstelling valt de belastingplichtige terug op de oorspronkelijke belasting, waarbij rekening wordt gehouden met de verhogingen van de aanslagvoet zoals voorzien in art.4
c) Enkel leegstaande winkelpanden binnen het kernwinkelgebied of kernwinkeluitbreidingsgebied kunnen gebruik maken van deze vrijstelling.
d) De leegstandsbeheerder wordt aangeduid door het college van burgemeester en schepenen.
e) Indien er voor een bepaalde periode geen leegstandsbeheerder is aangeduid, kan van deze vrijstelling geen gebruik gemaakt worden.
f) De voorwaarden en algemene bepalingen van het leegstandsbeheer zijn opgenomen in het #BeleefBoom reglement voor het handelscentrum, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad.
12° wanneer de leegstand het gevolg is van overmacht, d.w.z. te wijten is aan redenen buiten de wil van de zakelijk gerechtigde van wie redelijkerwijze niet kan verwacht worden dat hij een einde stelt aan de leegstand. Deze vrijstelling wordt toegekend zolang de overmacht aanhoudt.
Artikel 7 Inkohiering
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 8 Betalingstermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 9 Bezwaar
De heffingsplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30/05/2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen (en latere wijzigingen)
Artikel 10 Toepasselijke regelgeving
Zonder afbreuk te doen de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn van overeenkomstige toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen:
1° de bepalingen van titel VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, voor zover deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen;
2° het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet- fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met uitzondering van artikel 43 tot en met 48.
Artikel 11 Kennisgeving toezicht
Na afronding van het openbaar onderzoek wordt deze belastingverordening als definitief aanzien. Het wordt aan de hogere overheid overgemaakt in toepassing van de regels over het bestuurlijk toezicht.
In 2019 voerde Audit Vlaanderen een uitvoerig onderzoek uit in verband met gemeentelijke premies, subsidies en toelagen. Boom maakte geen deel uit van de onderzochte gemeenten, maar de conclusies uit het onderzoek zijn ook voor onze gemeente relevant. Zo is er op organisatieniveau vaak weinig overzicht over de subsidies, gebeurt de evaluatie van reglementen ad hoc in plaats van gestructureerd, zijn reglementen vaak onduidelijk en is er intern weinig geregeld rond het subsidieproces.
Lokaal komen deze verbeterpunten ook naar voren. Specifiek voor de sector Samenleven (welzijn, mondiaal beleid en diversiteitsbeleid), waren er heel wat verschillende reglementen: soms verouderd, sommige nog weinig gebruikt, andere onduidelijk.
Door werk te maken van nieuwe subsidiereglementen willen we duidelijkheid scheppen naar verenigingen toe, interne samenwerking bevorderen en duidelijke afspraken maken over de opvolging. De opstart van de Samenlevingsraad is een logisch moment om ook de subsidiereglementen te herbekijken. Uitgangspunt bij de opstart van de samenlevingsraad is de sector-overschrijdende werking van verenigingen die vroeger onder ‘Mondiaal beleid’, ‘diversiteitsbeleid’ of ‘welzijn’ vielen. In overeenstemming hiermee is ook het subsidiebeleid op elkaar afstemmen logisch.
De nieuwe reglementen vervangen onderstaande:
Onder het domein ontwikkelingssamenwerking/mondiaal beleid blijft de subsidie m.b.t. noodhulp volledig bestaan. De subsidies voor het gebruik van producten van eerlijke handel blijft ook bestaan (een deel van de middelen blijft in het afzonderlijke reglement, een ander deel wordt mee geïntegreerd in de werkingssubsidies binnen die domein, zie verder).
Er werden vier subsidiereglementen uitgeschreven. Het idee is om dezelfde structuur ook voor andere sectoren te kunnen gebruiken. Momenteel is dit enkel voor de sector Samenleven uitgewerkt:
De subsidiereglementen werden reeds toegelicht aan een werkgroep van de Samenlevingsraad en de Agora van de Samenlevingsraad. De opmerkingen van deze fora werden mee geïntegreerd in de reglementen.
Verdeling middelen onder verschillende subsidiereglementen vandaag:
|
|
Sector |
Naam subsidie |
Type subsidie |
Totaalbedrag subsidie |
Aantal verenigingen die gebruik maken van de subsidie vandaag |
| 1 |
Mondiaal beleid |
Subsidies voor inwoners of organisaties |
Activiteiten-/ projectsubsidie |
€ 4.000 |
7 |
| 2 |
Mondiaal beleid |
Subsidies voor lidorganisaties van de noord-zuid adviesraad |
werkingssubsidie |
€ 5.000 |
9 |
| 3 |
Mondiaal beleid |
Subsidies voor gebruik van producten van eerlijke handel |
Activiteiten-/ projectsubsidie |
€ 2.000 |
18 |
| 4 |
Mondiaal beleid |
Subsidies voor scholen |
Activiteiten-/ projectsubsidie |
€ 2.000 |
11 |
| 5 |
Mondiaal beleid |
Subsidies voor zuidprojecten |
Activiteiten-/ projectsubsidie |
€ 4.500 |
2 |
| 6 |
Mondiaal beleid |
Noodhulp |
Activiteiten-/ projectsubsidie |
€ 4.000 |
2 |
| 7 |
Dira |
Allochtoon verenigingsleven |
werkingssubsidie |
€ 4.000 |
2 |
| 8 |
Welzijn |
? |
werkingssubsidie |
€ 7.364 |
9 |
Herverdeling van de middelen onder nieuwe subsidiereglementen:
| Subsidie |
Bedrag |
Berekening bedrag |
| Basissubsidie en -werkingssubsidie |
€ 14.000 |
- Subsidies lidorganisaties noord-zuid: €5000 - Deels Dira: €3000 - Deels welzijn: €5000 - Deels fair trade producten: €1000 |
| Impulssubsidies + project- en activiteitensubsidies |
€ 14.000 |
- Subsidies scholen: €2.000 - Deels Dira: €1000 - Subsidies voor inwoners of organisaties: €4000 - Subsidies voor zuidprojecten: €4500 - Deels welzijn: €2500 (afgerond) |
| Subsidies voor noodhulp blijft apart behouden |
€ 4.000 |
/ |
| Gebruik fair trade producten deels sector-overschrijdend |
€ 1.000 |
- Thema-audit Gemeentelijke premies, subsidies en toelagen – Audit Vlaanderen: https://www.auditvlaanderen.be/lokale-besturen/auditrapporten/globaal-rapport-thema-audit-gemeentelijke-premies-subsidies-en-toelagen
- Werkgroep samenlevingsraad
- Agora samenlevingsraad
- College beslissing dd. 03-04-2023
- Toelichting commissie wonen/armoede dd. 17-04-2023
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
- Reglement voor de erkenning van verenigingen met een werking in gemeente Boom.
- Reglement voor de toekenning van werkingssubsidies voor erkende verenigingen in de sector Samenleven.
- Reglement voor de toekenning van project- en activiteitensubsidies voor verenigingen met een werking in de gemeente Boom in de sector Samenleven.
- Reglement voor de toekenning van een impulssubsidie voor nieuwe verenigingen met een werking in de gemeente Boom in de sector Samenleven.
Enig artikel: De GR keurt de nieuwe subsidiereglementen voor de sector samenleven goed.
De wijkraden bestaan reeds sinds 2000 als project in het veiligheids- en preventieplan, nu verlengd tot en met 31 december 2024.
Deze wijkraden komen 2 à 3 maal per jaar samen; de kern van de wijkraad stelt een agenda voor aan het schepencollege; deze kunnen dan andere punten toevoegen die de wijk aanbelangen. Naast de participatie via de wijkraden, trachten zij ook door het organiseren van activiteiten in de wijk, de sociale cohesie te verbeteren.
Om activiteiten te organiseren, is het wenselijk dat de 5 wijkraden kunnen beroep doen op een werkingsbudget zodat ze niet persoonlijk financiële input moeten doen om bv animatie te boeken, kleine aankopen te doen, enz. Dit gebeurde tot nu soms wel, vooral bij de wijkraden die niet al 20 jaar de traditie hebben om terug te vallen op jaarlijkse grotere activiteiten.
Er wordt voorgesteld om jaarlijks 500€ per wijkraad te voorzien en hiervoor werd een reglement opgemaakt. Er wordt hierin niet uitgegaan van een subsidie die zowiezo gegeven wordt, wel van het principe van 'voorafname' : ze doen een aanvraag bij de dienst Samenleven voor een bepaald bedrag zodat dit via het college zo snel mogelijk kan overgemaakt worden om de nodige betalingen zelf te kunnen doen. Op die manier kan er tot maximum 500€ per jaar aangevraagd worden. Als ze niets organiseren, wordt er dus niets aangevraagd en uitbetaald.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
- ontwerp reglement subsidie werkingsmiddelen
- notulen CBS
Art.1 : het voorstel "reglement subsidie werkingsmiddelen" wordt goedgekeurd
Art.2: het reglement treedt in werking vanaf werkingsjaar 2023.
De voorzitter sluit de zitting op 20/04/2023 om 21:59.
Aldus gedaan in zitting datum voormeld.
Goedgekeurd door de gemeenteraad.
Namens Gemeenteraad,
Lize Van Dijck
algemeen directeur
Kim Van Kerckhoven
voorzitter gemeenteraad