Notulen  Gemeenteraadscommissie wonen en armoedebeleid

Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, in het bijzonder artikel 40 e.v. .

Gelet op het decreet houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen, zoals bekrachtigd en afgekondigd door de Vlaamse Regering op 9 juli 2021 (B.S. 10 september 2021), waarbij een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen wordt gecreëerd. 

Gelet op het schrijven van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed van 23 oktober 2020 en 18 maart 2021 aan alle burgemeesters om een voorstel van werkingsgebied in te dienen tegen 31 oktober 2021.

Gelet op de diverse besprekingen tussen lokale besturen van de Rupelstreek en Zwijndrecht onderling en tussen de lokale besturen en de woonactoren werkzaam in het afgebakende werkingsgebied.

Gelet op de bespreking van het voorstel tot afbakening van het werkingsgebied voor de toekomstige woonmaatschappij in de Rupelstreek en Zwijndrecht tijdens het bovenlokaal woonoverleg van 16 september 2021.

Op voorstel van het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 5 oktober 2021.

Overwegende dat de Vlaamse Regering met de vorming van de woonmaatschappij de dienstverlening wenst te verhogen, de complementaire werking van het sociaal verhuurkantoor en de sociale huisvestingsmaatschappij wenst te verenigen, de transparantie wenst te verhogen en de regierol van het lokaal bestuur wenst te doen primeren en de lokale betrokkenheid en zeggenschap te waarborgen.

Overwegende dat de gemeenten een integraal woonbeleid, met aandacht van alle aspecten van het duurzaam, lokaal sociaal woonbeleid nastreven.

Overwegende dat Boom, Hemiksem, Niel, Rumst, Schelle en Zwijndrecht gezamenlijk een voorstel van werkingsgebied voor de woonmaatschappij formuleren, rekening houdend met de morfologie van hun gemeenten, de werking van de huidige woonactoren inclusief spreiding van hun patrimonium, en met de huidige intergemeentelijke samenwerking rond wonen.

Overwegende dat met het voorliggend voorstel van afbakening een werkingsgebied ontstaat waarin 2.414 sociale huurwoningen van de sociale huisvestingsmaatschappijen gelegen zijn, en 133 woningen die op de private huurmarkt worden ingehuurd (SVK woningen) (data van 31 december 2020).

Overwegende de opmerkingen en bedenkingen die bij dit voorstel van werkingsgebied geformuleerd werden door de woon-en welzijnsactoren in het bovenlokaal woonoverleg.

Overwegende dat de regelgeving voorschrijft dat de gemeenten die samen het werkingsgebied vormen over minimaal 50% + 1 van de stemrechten beschikken, dat de overige stemrechten (= maximaal 50% - 1) worden verdeeld over de publieke (Vlaams Gewest, provincie) en private aandeelhouders én dat de gemeenten gevraagd worden om bij hun voorstel tot afbakening van het werkingsgebied van de toekomstige woonmaatschappij ook reeds in te gaan op de verdeling van de stemrechten tussen de lokale besturen en dit op basis van objectieve criteria in functie van het sociaal woonbeleid.