Terug
Gepubliceerd op 08/05/2023

Notulen  Gemeenteraadscommissie ruimtelijke ordening en stadsontwikkeling, leefmilieu en duurzame ontwikkeling

di 02/05/2023 - 19:00 Raadszaal
    • Goedkeuring verslag vorige vergadering

      Het verslag van de vorige vergadering wordt goedgekeurd.

    • Bijstelling verkaveling ‘Pachterslei Oost’, zaak der wegen (aanpassing configuratie verharding, buffering water, iets meer groen, beperkte tuinhuizen bij de ééngezinswoningen en extra ’groene’ parking)

      BESCHRIJVING

      Aanleiding en context

      Op 17 februari 2023 werd een omgevingsvergunning voor het bijstellen van de verkaveling “Pachterslei Oost” VK 152 ingediend bij het gemeentebestuur.

       

      De aanvraag omvat volgende stedenbouwkundige handelingen.

      De aanvraag heeft betrekking op een wijziging van het wegenisontwerp van de wegenis binnen de verkaveling “Pachterslei-Oost”. Voor deze verkaveling en de aan te leggen wegenis binnen deze verkaveling werd op 19 januari 2015 een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.

      De aanvraag behelst volgende wijzigingen aan de stedenbouwkundige voorschriften

      Art. 1.3. TUINSTROOK

      Art. 1.3.2: Inrichting en beheer: de tekst “er worden geen bijgebouwen en constructies toegelaten” wordt geschrapt. En vervangen door:

      Er kan een natuurkleurig houten bijgebouw opgericht worden met een maximale oppervlakte van 9m², een hoogte van maximaal 3m en een plat dak, in een strook met een breedte van 2 m tegen de achterperceelsgrens. Op de loten 51 tot en met 53 mogen deze bijgebouwen opgericht worden tegen de achtergevel van de woning.

      De tuinhuisjes worden gekoppeld opgericht op de percelen:  2-3; 4-5; 9-10; 11-12; 13-14; 16-17; 18-19; 20-21; 23-24; 25-26; 27-28; 30-31; 32-33; 34-35; 38-39; 40-41; 42-43; 45-46; 47-48; 49-50; 54-55; 56-57; 58-59; 60-61; 63-64; 65-66; 67-68; 69-70; 72-73; 74-75; 76-77; 78-79; 82-83; 84-85; 86-87.

       

      Art. 4 OPENBARE WEGENIS

      Art. 4.2: inrichting: bij parkeerhavens wordt de tekst “gebakken kleiklinkers” geschrapt en vervangen door “waterdoorlatende materialen”.

      De aanvraag voorziet daarnaast ook nog een aantal wijzigingen aan het openbaar domein (zaak der wegen):

      Overeenkomstig artikel 31 Omgevingsvergunningendecreet wordt een aanvraag die de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat – in casu aanleg – door de bevoegde overheid voorgelegd aan de gemeenteraad om een beslissing te nemen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg – in casu aanleg. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijke beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad dient zich uit te spreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de nieuwe gemeenteweg en over de eventuele opname in het openbaar domein.

       

      De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en/of lasten verbinden.

      Met toepassing van artikel 12, §2 decreet houdende de gemeentewegen kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing – in casu aanleg – geïntegreerd worden in een omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden op voorwaarde dat het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de door dit decreet gestelde eisen op vlak van vorm en inhoud. Het rooilijnplan in functie van de aanleg van een nieuwe gemeenteweg volgt dan de omgevingsvergunningenprocedure.

       

      ARGUMENTATIE

      OMSCHRIJVING

      De aanvraag betreft een nog deels braakliggend stuk grond bereikbaar aan de Pachterslei, Brouwerslei, Colibrilei en Burtonlei. De omgevende bebouwing is gemengd van aard met vooral eengezinswoningen, werkplaatsen en enkele magazijnen in het zuiden en oosten, achter een bebost gebied. De Rupel ligt in het zuiden.

      Het terrein maakt deel uit van het RUP Pachterslei (dd. 20/02/2012) en van een grote verkaveling (dd. 19/01/2015). Op de site van de verkaveling komen 88 gegroepeerde eengezinswoningen, waarvan de meeste al vergund , al een deel in opbouw en zelfs een deel bewoond, wat verder ook 6 blokken voorappartementsgebouwen en vooraan aan de Kapelstraat een groot baken voor appartementen. Deze zijn ook reeds bewoond.

      Deze aanvraag betreft de loten 1 tot en met 88 van de gegroepeerde eengezinswoningen en een deel van het openbaar domein ertussen en errond.

       

      Naast een wijziging van de voorschriften zoals hoger omschreven worden volgende wijziging van het openbaar domein gevraagd:

      • het wijzigen van de groenstroken in de zijstraten van de Brouwerslei (openbare wegenis C op het verkavelingsplan, nl. de Colibrilei, Burtonlei en de Lamotlei). Hier waren groen stroken voorzien in gebogen vormen, deze worden recht getrokken. Een strook van 2m diep wordt aan beiden zijden van de straat voorzien van ofwel groen, ofwel in gebakken straatstenen 210/67/103mm (op kant straten), zwartbruin genuanceerd, onbezand. De stroken in gebakken straatstenen zijn bedoeld om naar de oprit en de garage/carport te geraken. Deze stroken worden meestal gekoppeld voorzien met een breedte van min. 4.90m en max. 12.70m voor 2 woningen en op 1 plaats doorlopend over 3 woningen met een breedte van 21.20m.
      • het vervangen van de voorziene verharding van de parkeerplaatsen in gebakken kleiklinker door betongrastegels. (zie hierboven art. 4.2)
      • Het opschuiven van het voetpad voor de woningen van de loten 45 tot en met 53 (Pachterslei nrs. 22 tot en met 38) naar het westen, zodat de bewoners van deze woningen over een voortuinstrook beschikken van 5 m om hun wagen te stallen op de oprit voor de garage/carport. Deze voetpaden hebben een breedte van 1.50m, met nog aan beide zijden een groene strook in ingezaaide grasdallen ter hoogte van de opritten van 0.92m breed aa de zijde van de woningen en van 40cm breed aan de zijde van de rijweg/ In de strook van 40cm wordt er eventueel een laagblijvende haag. Aan deze zijde was het voetpad nog niet aangelegd, om mooi aan te sluiten met de woningen en de verschillende voortuinen.
      • Het opschuiven van het voetpad naast lot 1 (Pachterslei nr. 8) met 1 m zodat dit voetpad aan de zijdelingse perceelsgrens met verschillende hellingen kan aangelegd worden om het grote hoogteverschil op te vangen. Het hemelwater en het hoogteverschil tussen voetpad en de tuin van lot 1 kan dan opgevangen worden in de groenstrook die aangelegd wordt naast lot 1. Het voetpad krijgt hier een helling van minder dan 7%.
      • Het voorzien van een bijkomende parkeerstrook (24 parkeerplaatsen) langs openbare wegenis C , nl aan het zuidelijk deel van de Burtonlei, in het buurtpark volgens het verkavelingsplan. Deze worden per drie gegroepeerd met dan een groene strook tussen van ongeveer 2m breed.
      • Het verlengen van het voetpad ter hoogte van het zuidelijk eindpunt van de Lamotlei met 20m over een breedte van 2m, tot aan de appartementsblokken Lamotlei nrs. 17 tem 23.

       

      Globale kostenraming: 1726 m² verharding x 75 euro/m² = 129450 euro (excl.btw)

       

       

       

       

      PLANOLOGISCHE CONTEXT

      Stedenbouwkundige basisgegevens uit de plannen van aanleg

      •           Gewestplan: Antwerpen, goedgekeurd op: 03/10/1979, bestemming: woongebieden

      •           De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg (BPA).

      De aanvraag is gesitueerd in het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) 'afbakening kleinstedelijk gebied Boom-Rumst' goedgekeurd dd. BS 04/02/2019. De aanvraag is verder ook gelegen in het RUP Pachterslei  dd. 20/02/2012.

      De percelen zijn tevens gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling VK 152 dd. 19/01/2015.

      Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

      De aanvraag is gesitueerd in het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) 'afbakening kleinstedelijk gebied Boom-Rumst' goedgekeurd dd. BS 04/02/2019. Dit doet echter inhoudelijk weinig uitspraak zodat de aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het RUP Pachterslei en de verkaveling. 

       

      Overeenstemming met dit plan

      De aanvraag is slechts gedeeltelijk in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.

       

      Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

      Artikel 4.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening luidt:

      In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.

      Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft:

      1°           de bestemming;

      2°           de maximaal mogelijke vloerterreinindex;

      3°           het aantal bouwlagen.

      De aanvraag wijkt af van de stedenbouwkundige voorschriften, op volgende punten:

      - er worden wel kleine bijgebouwen voorzien, terwijl dit niet kan volgens de bestaande voorschriften van de verkaveling.

      - de parkeerhavens in de ontsluitingswegen worden voorzien in waterdoorlatende materialen i.p.v. gebakken kleiklinkers.

      De gevraagde afwijkingen vallen binnen het toepassingsgebied van voornoemde afwijkingsbepalingen.

       

      PROCEDURE:

      Openbaar onderzoek

      Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

       

      Het openbaar onderzoek werd gehouden van 06/04/2023  t.e.m. 05/05/2023. Er werden geen bezwaren ingediend.

       

      Watertoets / GSV

      De verkaveling is op de fluviale overstromingskaart niet aangeduid als overstroombaar. Op de pluviale kaart wordt de projectzone deels aangeduid met “kleine kans op overstromingen onder klimaatverandering.

      Een groot deel van de verkaveling is gelegen in infiltratiegevoelig gebied.

      De technische werken 'Weg- en rioleringswerken Pachterslei' maken deel uit van een volledig verkavelingsontwerp, waarbij voor de berekening van de RWA rekening werd gehouden met de verharde oppervlakten afkomstig van de gebouwen en de verhardingen op privé percelen.

      De website DOV vlaanderen geeft aan dat het bodemtype OE (groeve) en OB (bebouwd) is. Het tertiair is BmTe (bleekgrijze klei).

      Volgens de watertoetskaart van het Agiv is de bodem infiltratiegevoelig.

       

      Verharde oppervlakten

      De totale verharde oppervlakte binnen de verkaveling bedraagt 30 048 m2:

      -        Verharding binnen het (toekomstig) openbare domein, aansluitend op de RWA: 13541m2

      -        Verharding binnen het (toekomstig) openbare domein, afwaterend in de bermen: 2 389m2

      -        Te realiseren gebouwen binnen de verkaveling: 11 664 m2

      Voor 88 percelen is de oppervlakte < 250 m2 en dient geen infiltratievoorziening te worden voorzien.

      7 percelen zijn groter dan 250 m2 (totale dakoppervlakte 4 624 m2)

      -        Te realiseren verhardingen op de percelen groter dan 250 m2 : 2 454 m2

       

      Bekken en randvoorzieningen

      De hemelwaterverordening vraagt een volume van 25 t per m2 aangesloten verharde oppervlakte.

      Voor die percelen waarvoor individuele maatregelen noodzakelijk zijn, is gekozen om deze maatregelen te integreren in de collectieve maatregelen van de verkaveling.

      Conform de verordening werden volgende verharde oppervlakten in rekening gebracht:

      • ·       13 451 m2 (verhardingen aangesloten op de RWA)
      • ·       7 040 m2 (88 kavels x 80 m2)
      • ·       4 624 m2 (daken toegevoegd aan de collectieve maatregelen)
      • ·       2 454 m2 (verhardingen toegevoegd aan de collectieve maatregelen)
      • ·       27 659 m2 aangesloten verharde oppervlakte.

       

      Gezien de aanwezigheid van een kleibodem binnen de verkaveling wordt een afwijking gevraagd voor wat betreft het realiseren van een buffervoorziening met vertraagde afvoer in plaats van een infiltratievoorziening. 

      Deze afwijking wordt gemotiveerd als volgt:

      Op de website van Geo-Vlaanderen (AGIV) kan men terugvinden dat de verkaveling gelegen is in infiltratiegevoelige bodem De website DOV vlaanderen geeft aan dat het bodemtype OE (groeve) en OB (bebouwd) is. Het tertiair is BmTe (bleekgrijze klei).

      De verkaveling wordt gerealiseerd in een oude kleigroeve, die gebruikt werd door de steenbakkerijen in Boom. Gezien de aanwezigheid van een kleibodem binnen de verkaveling vragen wij dan ook om de infiltratievoorziening te mogen uitvoeren als een buffervoorziening met vertraagde afvoer.

      De uitvoering van de buffervoorzieningen als grachten en vijvers zorgt er voor dat infiltratie nog steeds mogelijk blijft, alhoewel gezien de kleibodem in zeer beperkte mate.

      De vertraagde afvoer wordt gerealiseerd door een houten damwand met doorstroomopening die eveneens kan fungeren als noodoverstort. De doorstroomopening beperkt het debiet tot 41,41/s (< 20 1/s/ha).

      De vertraagde afvoer sluit aan op een RWA collector langsheen de Rupel die via een stroomafwaarts gelegen bufferbekken loost in de Rupel.

       Er is een positieve uitspraak mogelijk mits gunstig advies van de waterbeheerder

       

      Project-MER-screening

      Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening is van kracht sinds 29 april 2013 (publicatie in het Belgisch Staatsblad). Die nieuwe regelgeving was nodig nadat het Hof van Justitie in een arrest van 24 maart 2011 oordeelde dat de Vlaamse regelgeving niet in overeenstemming was met de project-m.e.r.-richtlijn. Wanneer een project onder één van de rubrieken van bijlage III van het project-m.e.r.-besluit valt kan de initiatiefnemer ervoor opteren om ofwel een project-MER op te maken, ofwel de project-m.e.r.- screeningsprocedure te doorlopen.

      Het project valt onder rubriek 10 b (stadsontwikkelingsproject) en 10e (infrastructuurwerken) van bijlage III van het project-m.e.r.-besluit, met name stadsontwikkelingsprojecten. Ook de aanleg van wegen valt onder bijlage III van het projectm.e.r.-besluit, meer bepaald 10e b. Bij de voorliggende aanvraag is een project-m.e.r.-screeningsnota gevoegd om de milieueffecten van de voorliggende aanvraag in kaart te brengen.

      Uit de project-m.e.r.-screeningsnota blijkt dat het voorliggende project geen aanzienlijke negatieve milieueffecten te weeg brengt.

      Mobiliteitstoets

      De aanvraag valt niet binnen het toepassingsgebied van een MOBER er dient evenmin een mobiliteitstoets te worden bijgevoegd. De effecten op het vlak van mobiliteit werden reeds beoordeeld bij de goedkeuring van het initiële verkavelingsdossier en de (indicatieve) ontsluiting van gebied werd vastgelegd in het RUP Pachterslei.

      Het voorzien van een bijkomende parkeerstrook (24 parkeerplaatsen) langs openbare wegenis C , nl aan het zuidelijk deel van de Burtonlei, in het buurtpark zal de parkeerdruk binnen de projectsite en omgeving positief beïnvloeden.

       

      STEDENBOUWKUNDIGE BEOORDELING

      Hierbij wordt enkel het openbaar domein besproken.

      Erfdienstbaarheden en wegaanleg

      Conform artikel 31 van het decreet op de omgevingsvergunning komt het toe aan de gemeenteraad om een besluit te nemen over de zaak van de wegen. De gemeenteraad dient zich te beperken tot de aspecten die betrekking hebben op de zaak van de wegen, zonder uitspraak te doen omtrent de bestaanbaarheid van de aanvraag met de stedenbouwkundige beoordelingselementen en de goede ruimtelijke ordening.

      Artikel 3 van het decreet houdende de gemeentewegen heeft tot doel heeft om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren.

      In uitvoering van het artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen dient minimaal rekening te worden gehouden met de volgende principes:

      1. wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

      2. een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

      3. de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

      4. wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

      5. bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

      De gemeenteraad dient een beslissing te nemen.

      Afweging:

      Er zijn op de plannen geen erfdienstbaarheden weergegeven. De inhoud van de aanvraag lijkt dan ook niet strijdig met door de mens gevestigde erfdienstbaarheden en/of met bij overeenkomst vastgestelde verplichtingen met betrekking tot het grondgebied.

      Door het project kan het netwerk van trage verbindingen verder geoptimaliseerd en uitgebouwd worden. Over het project kunnen trage weggebruikers veel sneller een veilige verbinding maken met de Neerstraat enerzijds en verder richting de Steenweg op Mol. Het beoogde project is dan ook in overeenstemming met artikel 3 van het decreet houdende de gemeentewegen.

      De project wordt getoetst aan de principes van artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen: De voorgenomen wegenis sluit aan een op een en de ontsluiting van de aangrenzende percelen komt niet in gedrang. De voorziene trage verbindingen komen de doorwaadbaarheid van de projectzone en omgeving ten goede.

      .De overdracht heeft geen gemeentegrens overschrijdende effecten of gevolgen.

      Er bestaat heden nog geen gemeentelijk beleidskader in de zin van artikel 6 van het Gemeentewegendecreet zodat hiermee geen rekening kan worden gehouden. Er kan evenwel worden gesteld dat de voorgestelde overdracht en tracé geen afbreuk doet aan de ontwikkelingsmogelijkheden voor toekomstige generaties.

      De aanvraag komt dan ook tegemoet aan de relevante doelstellingen en principes van artikel 4.

      De aanvraag kan gunstig geadviseerd worden mits voldaan aan de toegankelijkheidscriteria en mits gunstig advies van de brandweer.

       

      JURIDISCHE GROND

      - Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

      (Omgevingsvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten.

      - Besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (Omgevingsvergunningsbesluit), zoals gewijzigd bij latere besluiten.

      - De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 20 augustus 2009 (VCRO) en de bijhorende uitvoeringsbesluiten en stedenbouwkundige verordeningen.

      - Titel 5 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid(DABM) en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

      - Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij latere besluiten.

      - Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (Natuurdecreet) en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

      - Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 15 juni 2018 houdende de coördinatie van de waterregelgeving en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

      - Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets.

      - Decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed (Onroerenderfgoeddecreet) en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

      - Decreet van 15 juli 2016 betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid (IHB) en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

      - Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.

      BESLUIT

      Aan de  gemeenteraad wordt voorgesteld om de aanpassingen aan het openbaar domein goed te keuren mits voorwaarden:

      - er een positieve uitspraak is van de waterbeheerder met betrekking tot de gevraagde afwijking op de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater

      - er een gunstig advies is van Hulpverleningszone Rivierenland

      - het dossier voldoet aan het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

       

      Enkele opmerkingen

      Door de extra parkeerplaatsen verdwijnt er groen, kan de burger niet geleid worden naar de ondergrondse parkeerplaatsen

      Het blijft de bedoeling om de ondergrondse plaatsen te promoten, maar de parkeerdruk in de wijk is zeer groot. De vraag voor deze plaatsen is ook besproken in de commissie OW en daar werd huidige locatie naar voor geschoven.

       

      Kunnen er in de toekomst niet meer parkeerplaatsen voorzien worden en eventueel minder woningen

      Deze verkaveling dateert van enkele legislaturen geleden, momenteel wordt hier op een andere manier naar gekeken.

       

      Er wordt aan de aannemer van de appartementen en supermarkt gevraagd of hij zijn materialen niet kan stockeren op de gronden van het AGB i.p.v. langs de weg

      Vraag wordt gesteld aan het AGB

       

      De vraag wordt gesteld of er iets aan de servitude zandweg kan gedaan worden.

      Deze servitude weg is volledig privaat, hier wordt geen verharding voorzien. 

De voorzitter sluit de zitting op 02/05/2023 om 19:30.

Namens Gemeenteraadscommissie ruimtelijke ordening en stadsontwikkeling, leefmilieu en duurzame ontwikkeling,

Pamela Piters
secretaris

Kris De Keninck
voorzitter