De gemeenteraad vergadert regelmatig en in vereist getal, ingevolge de bijeenroeping door het college van burgemeester en schepenen.
De voorzitter opent de zitting op 15/12/2022 om 20:17.
De gemeenteraad, in zitting van 15 december 2022.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
- verslag GR 01/12/2022
Enig artikel: de notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad van 1 december 2022 goed te keuren.
Nihil.
Op de gemeenteraad van 21 januari 2021 werd dhr. Abdel El Hajoutti raadslid, aangeduid als afgevaardigde voor de algemene vergaderingen van IGEAN M&V.
Dhr. Tom Dewandelaere, schepen, werd gekozen als zijn plaatsvervanger.
Op 21 december 2022 vindt er een digitale BAV plaats van IGEAN M&V
De raad van bestuur van IGEAN heeft in zitting van 26. 10. 2022 de dagorde vastgelegd als volgt:
1. goedkeuren van de nota met de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor 2023
2. goedkeuren van de begroting 2023
3. innovatiefonds - bepalen bijdrage
4. aanvaarden van toetreding welzijnsvereniging KINA
5. benoemen leden adviescomités.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
Art.1: de gemeenteraad keurt de agenda van de buitengewone algemene vergadering van IGEAN milieu & veiligheid die plaatsvindt op 21 december 2022 goed:
1. goedkeuren van de nota met de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor 2023
2. goedkeuren van de begroting 2023
3. innovatiefonds - bepalen bijdrage
4. aanvaarden van toetreding welzijnsvereniging KINA
5. benoemen leden adviescomités.
Art.2: de afgevaardigde Abdel El Hajoutti, raadslid (of bij belet zijn vervanger Tom Dewandelaere, schepen) te mandateren om op de buitengewone algemene vergadering van IGEAN milieu & veiligheid op 21 december 2022 (of op elk andere algemene vergadering in gewone en-/of buitengewone zitting met dezelfde agenda ingeval de eerste niet geldig zou kunnen beraadslagen) te handelen en te beslissen conform de beslissingen die door de gemeenteraad zijn genomen over de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van IGEAN milieu & veiligheid op 21 december 2022.
Op de gemeenteraad van 21 februari 2019 werd mevr. Yani Brems, raadslid, aangeduid als afgevaardigde voor de (buitengewone) algemene vergaderingen van IGEAN dienstverlening.
Dhr. Tibo Roekaerts, raadslid, werd gekozen als haar plaatsvervanger.
Op 21 december 2022 vindt de buitengewone algemene vergadering van IGEAN dienstverlening digitaal plaats.
De raad van bestuur van IGEAN heeft in zitting van 26. 10. 2022 de dagorde vastgelegd als volgt:
1. goedkeuren van de nota met de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor 2023
2. goedkeuren van de begroting 2023
3. aanvaarden van toetreding welzijnsvereniging KINA.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
- Uitnodiging
- Bijlagen
Art.1:de gemeenteraad keurt de agenda van de buitengewone algemene vergadering van IGEAN dienstverlening die plaatsvindt op 21 december 2022 goed:
1. goedkeuren van de nota met de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor 2023
2. goedkeuren van de begroting 2023
3. aanvaarden van toetreding welzijnsvereniging KINA.
Art.2:De afgevaardigde Yani Brems, raadslid (of bij belet haar vervanger Tibo Roekaerts, raadslid) te mandateren om op de buitengewone algemene vergadering van IGEAN dienstverlening op 21 december 2022(of op elk andere algemene vergadering in gewone en-/of buitengewone zitting met dezelfde agenda ingeval de eerste niet geldig zou kunnen beraadslagen) te handelen en te beslissen conform de beslissingen die door de gemeenteraad zijn genomen over de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van IGEAN dienstverlening op 21 december 2022.
Op de gemeenteraad van 21 januari 2021 werd Abdel El Hajoutti aangeduid als vertegenwoordiger van de (buitengewone) algemene vergaderingen van Vlotter.
Op 16 december 2022 vindt er een algemene vergadering van Vlotter plaatst met volgende agenda:
1. Begroting 2023
2. Nota 2023
3. Rondvraag
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
- Uitnodiging + agenda
Art.1:De gemeenteraad keurt de agenda van de algemene vergadering van Vlotter op 16 december 2022 met volgende agendapunten goed:
1. Begroting 2023
2. Nota 2023
3. Rondvraag
Art.2: de afgevaardigde van de gemeente m.n. Abdel El Hajoutti, raadslid, te mandateren om op de algemene vergadering van VLOTTER op 16 december 2022(of op elke andere algemene vergadering in gewone en/of in buitengewone zitting met dezelfde agenda ingeval de eerste niet geldig zou kunnen beraadslagen) te handelen en te beslissen conform de beslissingen die door de gemeenteraad zijn genomen over de agendapunten van de algemene vergadering van VLOTTER op 16 december 2022.
Art.3: de gemeenteraad keurt de begroting niet goed. De gemeenteraad uit zijn bezorgdheden over de begroting: wat zijn de kosten? Wat wordt er doorgerekend aan de deelgenoten? Hoe wordt er bespaard?
De gemeenteraad heeft in besloten zitting van 15 december 2022 beslist betrokkene aan te stellen als statutair Algemeen Directeur.
Na aanstelling in de gemeenteraad van 15 december 2022 van betrokkene als statutair Algemeen Directeur, dient zij tijdens een openbare vergadering van de gemeenteraad de eed af te leggen in handen van de voorzitter van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
- De rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel
Art. 1 : De gemeenteraad gaat over tot de procedure van eedaflegging, in openbare zitting, door mevrouw Lize Van Dijck als Algemeen Directeur met ingang van 1 januari 2023, waarbij de volgende eed wordt afgelegd in handen van de voorzitter Kim Van Kerckhoven: "Ik zweer de verplichtingen van mijn ambt trouw na te komen".
Art. 2 : De gemeenteraad neemt kennis van de eedaflegging van de Algemeen directeur Lize Van Dijck.
Afgevoerd.
Het betreft een verlenging van de subsidies van het strategisch veiligheids- en preventieplan 2018-2019 dat verlengd werd voor de periode 2020, 2021, 2022 en nu ook voor 2023-2024 voor een bedrag van €260.994,18 en een bijkomend contigent gemeenschapswacht voor een bedrag van €16017,96.
Onder voorbehoud van de beschikbare kredieten, wordt de betaling van de voorschotten 2023-2024 inzake de toelage "Strategisch veiligheids- en preventieplan" uitgevoerd volgens een voorschot/saldosysteem. Een voorschot van 70% van het totaal van de toegekende toelage wordt gestort bij de publicatie van het huidige besluit. Het saldo wordt gestort na controle van de door de gemeente ingediende uitgaven.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
KB verlenging subsidies
Enig artikel: kennis te nemen van de verlenging van de subsidies van het strategisch veiligheids- en preventieplan voor de kalenderjaren 2023-2024.
Het huidige reglement betreffende de toekenning van de premie ter aanmoediging van de beveiliging van woningen tegen inbraak loopt ten einde, dit op 31 december 2022.
Een verlenging van het reglement betreffende de toekenning van de premie ter aanmoediging van de beveiliging van woningen tegen inbraak dient te gebeuren. De veiligheids– en preventiecontracten zullen worden verlengd tot 2024.
Vandaar is het noodzakelijk om het reglement aan te passen, zolang het preventiecontract loopt. Dus tot eind december 2024.
Artikel 9 van het reglement dient dus gewijzigd te worden:
Artikel 9:
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2022 en eindigt op 31 december 2022.
WIJZIGEN IN:
Artikel 9:
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023 en eindigt op 31 december 2024.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
Enig artikel: de gemeenteraad keurt het reglement betreffende de toekenning van de premie ter aanmoediging van de beveiliging van woningen tegen inbraak goed.
Verdaagd.
GECORO-zitting 21 januari 2020 en Gemeenteraadscommissie ‘Ruimtelijke ordening & Stadsontwikkeling’ van 4 februari 2020
Op de gemeenteraadscommissie ‘Ruimtelijke ordening & Stadsontwikkeling’ van 4 februari 2020 werd de afbakening van het kernwinkelgebied en kernondersteunend gebied principieel goedgekeurd (COM RO/2020/002). De GECORO gaf reeds een positief advies in de zitting van 21 januari 2020.
Het kernwinkelgebied strekt zich uit tussen de Hoogstraat en Blauwstraat. De ondersteunende zone strekt zich uit over de Leopoldstraat, Antwerpsestraat, Varkensmarkt-Grote Markt en de H.Spillemaeckersstraat. De zone van het kernwinkelgebied werd bewust kleinschalig bekeken zodat stimulerende maatregelen als subsidiëring en ondersteuning zouden kunnen worden ingezet. Daarnaast zouden ook handhavende maatregelen (vb. Belasting op leegstand in het centrum) kunnen worden ingezet.
Tijdens de gemeenteraadscommissie van 4 februari 2020 gaven de commissieleden de volgende reacties:
1) Het verschil tussen het kernwinkelgebied en de kernondersteunende zone wordt verduidelijkt. In de ondersteunende zone zijn uiteraard nog wel handelspanden mogelijk, maar het is de bedoeling dat de handelspanden waarin speciaalzaken zijn gevestigd wel bij voorkeur in de Blauwstraat en Hoogstraat worden gevestigd. De stimulerende maatregelen kunnen hierbij helpen.
2) Er zijn ook handelszaken die baat hebben bij de passage van klanten. Een goede mix van handelszaken wordt hierbij beoogd.
3) Wat functiewijzigingen op de gelijkvloerse verdieping van handelspanden betreft, en dan meer bepaald van handel naar wonen dient er rekening te worden gehouden met de periode dat het pand reeds leegstaat. Ook is het belangrijk om na te gaan of een functiewijziging van handel naar wonen wel mogelijk is in functie van woon- en leefkwaliteit; het kan ook niet de bedoeling zijn dat het etalageraam zou behouden blijven bij wonen. In de kernondersteunende zone voor handel dienen diensten wel de voorkeur boven wonen te krijgen; passage van mensen die mogelijk worden gemaakt door de aanwezigheid van handel en diensten zijn van belang voor economische leefbaarheid in de kernondersteunende zone. Opnieuw wordt gestreefd naar een bondige mix van verschillende functies in de kernondersteunende zone.
4) De controles op leegstand kunnen ook strikter worden opgevolgd.
Samenwerkingsovereenkomst met Provincie Antwerpen COach-OPeratie Detailhandel
Het college van burgemeester en schepenen keurde op 26 april 2021 (CBS 2021/626) een samenwerkingsovereenkomst goed tussen het lokaal bestuur Boom en de Provincie Antwerpen in het kader van het project coach-operatie detailhandel. Met het project COach-OPeratie Detailhandel (COOP-DH) willen POM Antwerpen en de provinciale Dienst Economie, Innovatie en Samenleven de gemeente Boom aansporen en ondersteunen om hun centrale handelsgebieden te versterken en dit - zo mogelijk – in samenwerking met de (buur)gemeenten binnen de provincie. Met het project COOP-DH wil POM Antwerpen in samenwerking met de provinciale Dienst Economie, Innovatie en Samenleven de gemeente Boom begeleiden om hun detailhandelsbeleid uit te werken en te implementeren
Het kernwinkelgebied strekt zich uit tussen de Grote markt, Hoogstraat en Blauwstraat. Het kernwinkeluitbreidingsgebied strekt zich uit over de Leopoldstraat, Antwerpsestraat en de H.Spillemaeckersstraat.
Op aanraden van de Profploeg (consultants Vlaamse Overheid omtrent handelskernversterking) en Unizo worden ook de Antwerpsestraat, Leopoldstraat en H.Spillemaeckersstraat mee opgenomen als kernwinkeluitbreidingsgebied. Deze straten zijn aanloopstraten naar het kernwinkelgebied, en huisvesten historisch enkele diensten, winkels en horecazaken. De profploeg adviseert dan ook eerst te focussen op het kernwinkelgebied, maar eens deze kwalitatief ingevuld is, ook dit uitbreidinsgebied aan te pakken. Dit uitbreidingsgebied hoort nu eenmaal tot een levendige handelskern en verdient daarom de nodige investeringen, subsidies en aandacht.
Het onderscheid tussen een kernwinkelgebied en een kernwinkeluitbreidingsgebied maakt dat we tot een gefocuste en geperiodiseerde investering kunnen gaan, zonder stappen over te slaan.
Relatie met andere beleidsdocumenten
Binnen het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is Boom geselecteerd als 'kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau' (1998, herzieningen in 2004 en 2011). Hierin wordt vermeld dat Boom één van de ruimtelijke uitdagingen erop gericht zou moeten zijn om de bestaande stedelijke morfologische structuur en het stedelijk functioneren opnieuw voldoende economische, sociale en ruimtelijke draagkracht te geven. Dit vraagt onder andere een kernversterkend beleid met het benutten van de stedelijke potenties.
In de herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen (2011) wordt Boom gecategoriseerd als kleinstedelijk gebied, maar voor de regio Boom-Rumst wordt een beleid voorgesteld dat zich richt op de stedelijke en dynamische rol van het gebied.
Op gemeentelijk schaalniveau heeft de gemeente de visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Boom in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (2001) samengevat. Daarin wordt gezegd dat Boom zich moet ontwikkelen tot een multifunctionele gemeente op verschillende niveaus en tot een stedelijke kern waar het goed is om te wonen.
In het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid (15/07/2016) worden krijtlijnen vastgelegd voor een meer duurzame organisatie van de detailhandel in Vlaanderen. Voor de toepassing van het decreet worden verschillende categorieën van kleinhandelsactiviteiten opgenomen: (1) Verkoop van voeding – (2) Verkoop van goederen voor persoonsuitrusting - Verkoop van planten, bloemen en goederen voor land- en tuinbouw – (4) Verkoop van andere producten.
Het handelsvestigingsbeleid is gericht op:
• Het creëren van duurzame vestigingsmogelijkheden voor kleinhandel, met inbegrip van het vermijden van ongewenste kleinhandelslinten.
• Het waarborgen van een toegankelijk aanbod voor consumenten.
• Het waarborgen en versterken van de leefbaarheid in het stedelijk milieu, met inbegrip van het versterken van kernwinkelgebieden
• Het bewerkstelligen van een duurzame mobiliteit
Met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen, vermeld in artikel 4 van het decreet, kunnen gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen voor Kernwinkelgebieden en winkelarme gebieden afbakenen.
In het ontwerp van Bouwmeesterscan (2020) wordt gesteld dat de centrumrol – zoals gesteld in de voormelde beleidsdocumenten - van Boom zich vooral toespitst op grootschalige voorzieningen buiten de kern van het centrum. Boom heeft inderdaad een regionale functie op het vlak van (recreatieve) voorzieningen, diensten en onderwijs. Haar rol als winkelcentrum op zowel regionaal als lokaal vlak is de afgelopen decennia er echter op achteruit gegaan. Het aantal winkels is in 10 jaar tijd met een derde afgenomen. Ook is er veel leegstand; de totale lege winkelvloeroppervlakte ligt bijna vier keer boven het Vlaams gemiddelde (Bouwmeesterscan Boom, 2020: 39). Daarom wordt binnen de Bouwmeesterscan gesteld dat het belangrijk is om in het centrum in te zetten op:
• Het stimuleren van meer winkels
• In te zetten op functievermenging.
De provincie Antwerpen werkt momenteel aan een Beleidsplan Ruimte Antwerpen, als opvolger voor het huidige ruimtelijk structuurplan Antwerpen. In dit beleidsplan wordt de nieuwe provinciale ruimtelijke visie uitgewerkt om in te kunnen spelen op de wijzigende trends en maatschappelijke uitdagingen. De inhoud van het voorontwerp van dit beleidsplan omvat vier beleidskaders: (1) een strategische visie, (2) een kader ‘levendige kernen’, (3) een kader ‘verdichten en ontdichten van de ruimte’, (4) een kader ‘sterke netwerken: ruimte en mobiliteit’
In de strategische visie wordt Boom vooropgesteld als ‘de grootste kern met voorzieningen’ en heeft ‘een centrumrol voor onderwijs, diensten en voorzieningen’ (Strategische Visie, p.20). Hiermee bevestigt de Provincie Antwerpen de conclusie uit de Bouwmeesterscan Boom. Daarnaast wordt in deze strategische visie gesteld (p.20) de ‘rol van Boom als winkelcentrum voor de ruimere regio fel is verminderd door de nabijheid van de A12 als grootschalige recreatieve as waar winkels en ontspanningsmogelijkheden wekelijks duizenden recreanten aantrekken’. In het beleidskader ‘Levendige kernen’ wordt gesteld dat ‘op die manier detailhandel in de kern wordt uitgehold: detailhandelszaken vinden goedkopere plaatsen langs steenwegen of aan de rand van de kern. Deze verspreiding heeft tot gevolg dat er meer en meer leegstaande handelspanden in de kernen terug te vinden zijn’. In het beleidskader ‘Verdichten en ontdichten van de ruimte’ stelt de Provincie voorop op de detailhandel die oorspronkelijk vooral in de woonkernen aanwezig was, terug naar de kern te brengen. Het feit dat de laatste drie decennia er gefocust werkt op perifere (baan-) winkels en retailparken, heeft dit onder andere een negatieve invloed op de (economische) leefbaarheid van de detailhandel in de kern’ (pagina 45). Om de leegstand tegen te gaan, wenst de Provincie Antwerpen in te zetten op detailhandel te faciliteren en te stimuleren in de kern en ontwikkelingen buiten de kernen te beperken tot enkele welgekozen locaties.
De provincie stelt daarom een ‘winkelrijk perspectief’ (Beleidskader Verdichten en ontdichten van de ruimte’ (p.46) voor kernen. De volgende principes zijn daarbij van belang:
• De nabijheid van andere detailhandel
• Een geconcentreerde afzetmarkt
• Een goede multimodale bereikbaarheid
• Verwevenheid met andere functies zoals bijvoorbeeld wonen.
De afbakening van een kernwinkelgebied is hierbij van belang.
Het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Kaai’ (2006) vormt een juridisch kader om deze actiepunten te kunnen realiseren. In dit ruimtelijk uitvoeringsplan wordt immers gesteld dat dit RUP nu net tot doel heeft om de woonzone gelegen tussen het centrum en de Rupel een stedelijk waterfront te geven met een doorbraak naar het centrum aan de rand van het centrum staan bezoekers op amper 5 minuten wandelafstand van de handelskern van Boom. In dit kader is er reeds een omgevingsvergunning in oktober 2021 afgeleverd voor de aanleg van het Kaaiplateau (als verbinding met de Rupelrivier) met een ondergrondse parking, gecombineerd met een gemengd project van zowel wonen, handel en horeca. Dit project komt tegemoet aan de twee acties van (1) Het stimuleren van meer winkels en (2) In te zetten op functievermenging.
Doelstelling
Het lokaal bestuur Boom wenst vanuit het detailhandelsbeleid vanuit Vlaams en Provinciaal niveau de handelaars kansen en ruimte bieden om te ondernemen. Het gemeentebestuur wil via deze wijze optimale omgevingsfactoren creëren om handelszaken een zo een interessant mogelijk toekomstperspectief te bieden. Een uitgewerkt detailhandelsbeleid biedt hiervoor een richtinggevend kader. Eén van de belangrijkste speerpunten van een dergelijk beleid is het afbakenen van een kernwinkelgebied en een kernondersteunend gebied.
________________________________________
Juridische gronden
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 56 betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
________________________________________
Adviezen en argumenten
De tendens van consumenten die minstens een deel van hun aankopen verrichten in grootschalige handelszaken, die omwille van het volume van hun goederen, de distributiewijze, hun omvang of de grote verkeersattractie niet in het centrum van Boom terecht kunnen, heeft een impact op de leegstand in de gemeentelijke handelsas.
Binnen de strategische visie van het ontwerp van beleidskader Ruimte Antwerpen en de andere Vlaamse en Provinciale Beleidskaders kan worden geconcludeerd dat het centrum Boom wordt aangeduid als een ‘levendige kern’. De provincie stelt in het beleidskader ‘Levendige Kernen’ dat detailhandel primair in de kern dient te komen maximaal kansen moeten worden gegeven aan de ontwikkeling van detailhandel in de kern, weliswaar in relatie tot de maat van de kern en de omgeving (p.28). Er dient vervolgens te worden ingezet op een locatiebeleid waarbij de (hoog) dynamische functies worden ingepast op de meest multimodaal bereikbare plekken. Hierbij wordt er eerst gestreefd naar verweving in de kernen, en indien dit niet mogelijk is, is het uitgangspunt dat zij dan gebundeld worden op multimodale vervoersknopen. Doordat de dagelijkse nodige goederen in de woonomgeving aanwezig zijn, kan de verplaatsingsdruk afnemen en de levenskwaliteit verhogen (p.28)
Vertaald naar Boom betekent dit dat het centrum van Boom wordt aangeduid als een levendige kern en dat Boom ook wordt beschouwd als een multimodaal knooppunt (cfr. Strategische visie pagina 20. ‘Boom is de grootste kern met voorzieningen en vormt het knooppunt tussen de Rupelstreek en de A12) omwille van zijn strategische ligging nabij een degelijk multimodaal knooppunt en omwille van het feit dat ze een degelijk uitrustingsniveau beschikken.
Motivatie van afbakening kernwinkelgebied en kernondersteunend gebied op basis van leegstand en beperkt aanbod
Rekening houdend met de reacties en opmerkingen uit de gemeenteraadscommissie van 4 februari 2020 is het nodig om het fenomeen van leegstand aan te pakken en op te volgen. Dit is een terechte reactie aangezien leegstand in de hoofdwinkelstraten van de Blauwstraat en de Hoogstraat minder aantrekkelijk is voor bezoekers van zowel binnen als buiten Boom, wat negatief is voor de bestaande winkels en horeca en waardoor de gemeente ook geen aantrekkingspool meer vormt voor investeerders in detailhandel en horeca.
Rekening houdend met het principes van een ‘winkelrijk perspectief’
• De nabijheid van andere detailhandel
• Een geconcentreerde afzetmarkt
• Een goede multimodale bereikbaarheid
• Verwevenheid met andere functies zoals bijvoorbeeld wonen
wordt het kernwinkelgebied beperkt tot de bestaande hoofdhandelsas van de Grote markt, de Blauwstraat en de Hoogstraat. Deze straten vormen dé winkelkern van de gemeente. Dit is een logische keuze aangezien deze twee straten reeds de handelskern vormen, en nog voldoende ontwikkelingsperspectief hebben omdat er voldoende winkels en horeca aanwezig zijn, in een aansluitende looproute, op wandelafstand van elkaar. Het straatbeeld wordt dus al gekenmerkt door detailhandelszaken. Door de inwoners de gelegenheid te geven hun aankopen te doen in het centrum van de eigen gemeente, vergroot hun comfort en levenskwaliteit. Bovendien helpt dit de verplaatsingsbehoefte te beperken en biedt dit tenslotte ook een meerwaarde voor de gemeentelijke economie. Het is dus een bewuste keuze om deze zone niet uit verder te rekken opdat een goed functionerend kernwinkelgebied met hoogwaardig handelsapparaat kan worden gegarandeerd. Het kernwinkeluitbreidingsgebied geeft dan weer kansen tot uitbreiding van het kernwinkelgebied wanneer dit laatste zou ingevuld geraken.
Binnen deze as is het dus van commercieel strategisch belang om:
• Uitsluitend kwalitatieve detailhandel toe te laten van handelszaken die gericht zijn op de verkoop van periodieke goederen. Voorbeelden zijn kledij, schoenen, boeken, kleinere huishoudtoestellen,…. Ook horeca is welkom. Extra particuliere diensten van reisbureaus en kappers zijn ook mogelijk.
• Onderbrekingen in het winkelpatroon van de straten door de aanwezigheid van leegstaande winkelpanden te vermijden.
• De functie van wonen op de gelijkvloerse verdieping niet toe te laten.
• Zowel kleinschalige als grootschalige supermarkten niet toe te laten.
• Wat betreft de grootte van handelspanden in het kernwinkelgebied wil het bestuur enerzijds voldoen aan eventuele vragen van individuele retailers maar anderzijds voorkomen dat een uitbreiding van handelsoppervlakte op termijn meer leegstand genereert.
• Net als in elk ander winkelgebied met een woonkern blijven dagelijkse goederen uiteraard welkom in de handelskern (in en om het kernwinkelgebied) zij het op maat van de woonkern. Een maximale handelsoppervlakte is dus aangewezen om enerzijds mogelijkheden te creëren voor binnenstedelijke concepten van b.v. supermarkten en anderzijds het evenwicht te behouden met de andere functies van de handelskern.
• Wonen boven winkels te stimuleren
• Versterken van de looplijnen tussen de beschikbare parkeergelegenheden en het winkelgebeuren (cfr. RUP Kaai)
• Om versnippering van het kernwinkelgebied te voorkomen is het belangrijk om in de omliggende straten en buurten net daarbuiten geen sterke ontwikkelingen te stimuleren.
Het ‘hart van Boom’ moet dus opgeladen worden met kernversterkende detailhandelsfuncties en deze moeten zich integreren in de bestaande historische en morfologische context. Kortom, een gezonde mix tussen kleinhandel, horeca wonen, en een aantrekkelijke publieke en openbare ruimte die een netwerk vormen is openbare ruimte en publieke domeinen die een netwerk vormen is van belang om het centrum van Boom te doen heropleven. Een hoogwaardig handelsapparaat trekt ook bezoekers aan. Dit houdt het centrum levendig en geeft impulsen aan toerisme, de horeca, het cultureel leven en de economie van Boom. De Grote Markt, Blauwstraat en de Hoogstraat kunnen als ontmoetingsplaats voor alle bevolkingsgroepen van Boom (Kick-off Beleidsplan Ruimte Boom) van het lokaal bestuur fungeren.
Daarnaast wordt het kernwinkeluitbreidingsgebied afgebakend over de Leopoldstraat, Antwerpsestraat, Grote Markt en de H.Spillemaeckersstraat. De focus zal naar dit uitbreidingsgebied verschuiven eens het kernwinkelgebied kwalitatief is ingevuld. Deze straten zijn belangrijke aanlooproutes naar het kernwinkelgebied. Langs deze routes zijn eveneens detailhandelszaken aanwezig, maar minder geconcentreerd dan in het kernwinkelgebied. Er treedt immers een vermenging op met andere functies – zoals ondermeer wonen, diensten, horeca en cultuur – waardoor enerzijds een geleidelijke overgang plaatsvindt naar het omliggende weefsel, doch het tegelijk net deze variatie aan activiteiten is die een versterking vormt voor de dynamische NW/ZO‐as.
Dit kernwinkeluitbreidingsgebied zone kan zich meer richten op het aanbieden van financiële en administratieve diensten (banken, immo, interim, …), mar ook winkels en horeca zijn niet uitgesloten vanuit een reeds bestaande aanwezigheid door historische groei.
Lokale ondersteunende detailhandel dat complementair is aan de kernwinkelgebieden en duurzaam bereikbaar is moet wel een plek krijgen.
Instrumenten
Beleidsvisie Detailhandel
Het lokaal bestuur Boom wenst dit te realisteren met behulp van een beleidsvisie detailhandel. De beleidsvisie detailhandel krijgt een doorvertaling naar een juridisch afdwingbaar kader via de opmaak van een stedenbouwkundige verordening. De precieze afbakening van het kernwinkelgebied en het kernondersteunend gebied zal worden uitgewerkt in het kader van de opmaak van deze beleidsvisie en een stedenbouwkundige verordening.
Bij vertaling van de werking van de detailhandelconcentratie naar een plan met zoneringen voor de stedelijke handelsas met kernwinkelgebied, wordt er bewust voor gekozen om uitsluitend die zones op te nemen die rechtstreeks vorm geven aan de NW/ZO‐as. Het is immers de bedoeling van deze beleidsvisie detailhandel om de leesbaarheid en het functioneren van het kernwinkelgebied te verbeteren door net in te zetten op het verdichten en versterken van deze as.
Het opmaken van een strategisch commercieel plan voor de detailhandel in Boom.
Het samenwerkingstraject tussen het lokaal Bestuur Boom en de dienst Economie van de Provincie Antwerpen (provinciaal coachingproject Co-Operatie Detailhandel (COOP-DH) kan inzetten op een toekomstvisie voor ‘Boom als aantrekkelijke shoppingsgemeente’, zowel voor de eigen inwoners als voor bezoekers uit de regio. De focus ligt daarbij op een compact en bloeiend handelscentrum’. Daarom dient er ook een concrete afbakening van een compact kernwinkelgebied te zijn waar versterking van de handelskern wordt beoogd, een stimuleringsbeleid voor detailhandel binnen dit gebied, en een gedifferentieerd ruimtelijk beleid (ongewenste ontwikkelingen vermijden, omgaan met krimpmarkt van de residentiële handel) en leegstandsbeleid binnen en buiten het kernwinkelgebied.
Evaluatie van het Beeldkwaliteitsplan uit 2010
Het Beeldkwaliteitsplan uit 2010 wordt geëvalueerd. Bij deze evaluatie zal het behoud van markante of karaktervolle gebouwen een prioriteit vormen. De historische winkelpuien maken deel uit van deze karaktervolle gebouwen.
Mogelijke acties als quick-wins
• Het verhogen van de belasting op leegstaande handelspanden in het kernwinkelgebied ‘Blauwstraat/Hoofstraat’. De verhoging legt enerzijds extra druk bij de zakelijk gerechtigden om te zoeken naar een oplossing voor het leegstaande handelspand en vormt anderzijds ook een financiering voor de gemeente Boom om in te zetten op kernversterkend beleid.
• Het nemen van ondernemingsstimulerende maatregelen zoals: - vrijstellingen onder de vorm van tijdelijke ingebruikname van handelspanden voor handelsactiviteiten. Hierbij is het van belang om met het oog op maximale ontwikkelingsmogelijkheden, eventueel een vermindering van de leegstandsheffing te voorzien voor een gebouw in het kernwinkelgebied dat opnieuw in gebruik is genomen, maar omwille van de tijdelijkheid van het project (nog) niet geschrapt kan worden uit het leegstandsregister (bv. in het geval van een pop-up).
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
kernwinkelgebied
Art. 1: De Gemeenteraad geeft goedkeuring aan de afbakening van het kernwinkel- en kernwinkeluitbreidingsgebied.
Art. 2: Het kernwinkelgebied strekt zich uit tussen de Grote markt, Hoogstraat en Blauwstraat. Het kernwinkeluitbreidingsgebied strekt zich uit over de Leopoldstraat, Antwerpsestraat en de H.Spillemaeckersstraat.
Op 3 mei 2019 werd het BOA-decreet uitgevaardigd. Het decreet ‘Buitenschoolse opvang en Activiteiten’ heeft als doel een geïntegreerd aanbod te creëren van buitenschoolse opvang en activiteiten voor alle gezinnen. Het Lokaal bestuur krijgt hierin een regisseursrol. 2022 t.e.m. 2025 is een overgangsperiode waarin samenwerkingen tussen diensten en organisaties worden vormgegeven.
In de context van onze gemeente heeft het Lokaal bestuur naast de regisseursrol ook de rol als organisator (zowel wat betreft opvang als activiteiten).
Het decreet zorgt voor een grote uitdaging. Het vraagt om een nieuwe manier van denken en organiseren, terwijl de middelen zeer beperkt zijn. Momenteel ontvangt het Lokaal bestuur voor de opvanglocaties met ‘kwaliteitslabel’, nl. BKO Beukennootje en BKO ’t Kersenpitje nog een transitiesubsidie van €440.000,30. Vanaf 2026 zal dit terugvallen naar een lager bedrag (voorafname: €227.779,35). Over het totale bedrag is er nog onduidelijkheid vermits er nog een extra bijdrage is voorzien voor aantal kinderen in een kwetsbare situatie, maar de manier waarop dit zal worden toegekend is nog niet duidelijk. De VVSG dringt er bij de hogere overheid op aan hierover snel meer informatie te geven. In de huidige organisatie van de BKO is het de ‘transitiesubsidie’ reeds ontoereikend.
Tegelijk kampt onze buitenschoolse kinderopvang momenteel met heel wat knelpunten. Die knelpunten vragen om een oplossing die ook binnen een lange termijnperspectief (het BOA-decreet) passen. Om hieraan tegemoet te komen zal daarom vanaf 2023 de Buitenschoolse kinderopvang door het Lokaal bestuur georganiseerd worden binnen de infrastructuur van de Boomse basisscholen.
Concreet worden daartoe afspraken gemaakt met de scholen over het gebruik van hun infrastructuur voor de voor- en naschoolse opvang. Ook de opvang op schoolvrije dagen (pedagogische studiedagen en facultatieve verlofdagen) zal plaatsvinden op de school waar het kind schoolloopt. Voor de vakantieopvang van kleuters zullen er nog bijkomende afspraken worden gemaakt met één of twee scholen. De vakantieopvang van lagere schoolkinderen blijft onveranderd: zij worden opvangen op het ‘speelplein’ (georganiseerd door het Lokaal bestuur).
De opvang op schooldagen zal plaatsvinden op elke school ‘s morgens vanaf 6u45 tot een kwartier voor het belsignaal van de school, ’s avonds vanaf een kwartier na het belsignaal tot 17u30. Telkens zal het eerste uur (’s morgens) en laatste uur (’s avonds) gelden als ‘lange opvang’. Voor de lange opvang dienen ouders een plaats te reserveren zodat vanuit de coördinatie voldoende aantal begeleiders kan voorzien worden. Voor de korte opvang zullen ouders niet moeten reserveren.
Tijdens de korte opvang zullen ouders hun kind wel kunnen aanmelden voor een extra activiteit (bvb dansworkshop, creaworkshop, skateles, …) die in modules zullen worden aangeboden. Op die manier kunnen kinderen proeven van een extra vrije tijdsaanbod. Dit aanbod zal nog verder worden uitgewerkt.
Teneinde veiligheid en informatiezekerheid zal gevraagd worden aan alle ouders met een schoolgaand kind in Boom om zich in te schrijven in de buitenschoolse kinderopvang. Kinderen die dan niet opgehaald zijn een kwartier na het belsignaal kunnen dan opgevangen worden door de BKO. De begeleiding beschikt dan over de gegevens van deze kinderen (zowel naar veiligheid als facturatie is dit van belang).
Tijdens verkennende gesprekken met de scholen werd er vanuit de scholen aangedrongen op een financiële tegemoetkoming of een dienst vanuit het Lokaal bestuur voor het gebruik van de infrastructuur. Het voorstel is om per maand een forfaitaire vergoeding aan te bieden van €200 voor scholen zonder sportinfrastructuur en €250 voor scholen met sportinfrastructuur. Op scholen mét sportinfrastructuur zullen immers makkelijker activiteiten kunnen worden georganiseerd terwijl er voor de inpassing van activiteiten tijdens de korte opvang op scholen zonder sportinfrastructuur in de buurt zal gezocht moeten worden naar een alternatief. Scholen die tijdens vakantieperiodes hun infrastructuur delen krijgen hiervoor per week een forfaitaire vergoeding van €250. Daarnaast zijn scholen vragende partij om ook vanuit het lokaal bestuur te ondersteunen in het onderhoud van hun infrastructuur (bijvoorbeeld groenonderhoud tijdens de zomervakantie).
Volgende timing voor de overgang van de opvang in de locaties Beukennootje en ’t Kersenpitje naar de scholen toe staat voorop:
- Villa Kakelbont en ’t Krekeltje: februari 2023
- Kade en Hoeksteen: april 2023
- Reuzenboom en Boom Park: september 2023
Scholen zijn volgens de regelgeving niet verplicht om in te gaan op het voorstel van het lokaal bestuur als organisator. Indien zij wensen, kan het bestuur ook de regierol opnemen. Scholen kunnen dan door het lokaal bestuur gesubsidieerd worden om zelf de opvang te organiseren.
- Toelichting commissie burger en samenleving dd 5/12/2022
- Goedkeuring krijtlijnen CBS dd 5/12/2022
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
- visietekst BOA
Enig artikel: De gemeenteraad geeft een principiële goedkeuring voor het nieuwe concept voor de opvang van schoolgaande kinderen.
Op 3 mei 2019 werd het BOA-decreet uitgevaardigd. Het decreet 'Buitenschoolse Opvang en Activiteiten' heeft als doel een geïntegreerd aanbod te creëren van buitenschoolse activiteiten voor alle kinderen en gezinnen. Het Lokaal bestuur krijgt hierin een regisseursrol. 2022 t.e.m. 2025 is een overgangsperiode waarin samenwerkingen tussen diensten en organisaties worden vormgegeven. Dit decreet zorgt voor een grote uitdaging. Het zal zorgen voor een nieuwe manier van denken en organiseren, terwijl de middelen zeer beperkt zijn.
Tegelijk kampt ook onze buitenschoolse kinderopvang met enkele knelpunten. Die knelpunten en het decreet zorgen ervoor dat er nu de opportuniteit is om onze Buitenschoolse Kinderopvang volledig om te denken. De Buitenschoolse opvang zal vanaf 2023 verhuizen naar de verschillende Boomse basisscholen.
Een nieuwe werking brengt ook nieuwe afspraken met zich mee, daarom werd ook het huishoudelijk reglement herschreven.
- Het BOA-decreet, het plan opvang op scholen en nieuw HHR werden dd 5/12/2022 toegelicht op de commissie burger en samenleving
- Het HHR werd dd 5/12/2022 goedgekeurd op het CBS
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II
- HHR BKO (scholen)
Enig artikel: De gemeenteraad keurt het HHR BKO (opvang op school) goed.
In de vorige legislatuur waren er al contacten tussen Vlotter, de lokale besturen en VDAB. Ook op operationeel niveau wordt er reeds samengewerkt. Eind 2021 zijn er gesprekken gestart tussen Vlotter, de betrokken lokale besturen en VDAB om de goede operationele samenwerking te verankeren in een strategische samenwerkingsovereenkomst. Dit resulteert in een samenwerkingsovereenkomst voor de periode 2022-2025.
Deze samenwerkingsovereenkomst 2022-2025 beoogt een gezamenlijke arbeidsmarktstrategie tussen de lokale besturen, Vlotter en VDAB.
Drie centrale ambities worden beoogd:
1. Meer mensen aan de slag
2. Veerkrachtige ondernemingen in een toekomstbestendige arbeidsmarkt
3. Sterkere loopbanen binnen een stimulerend leerklimaat
Deze samenwerkingsovereenkomst beoogt de samenwerking tussen de lokale besturen, Vlotter en VDAB, elk vanuit de eigen deskundigheid, publieke opdracht en regierol.
Het Vlaamse Regeerakkoord 2019-2024 wil de volgende jaren minstens 120.000 Vlamingen extra aan een job helpen. Een werkzaamheidsgraad van 80% is het doel. In dat Vlaams Regeerakkoord wordt een versterkte samenwerking tussen VDAB met Lokale Besturen naar voor geschoven als één van de hefbomen in het bereiken van die ambitie.
De opdracht van VDAB wordt door het Vlaamse Regeerakkoord uitgebreid tot de centrale datagedreven en resultaatsgerichte werkzaamheids- en loopbaanregisseur van het volledige activeringsbeleid in Vlaanderen, en de samenwerking met lokale besturen en bedrijven wordt versterkt.
De opdracht van de Lokale Besturen in het kader van het werkgelegenheidsbeleid kan als volgt geformuleerd worden: het beleid van lokale besturen, of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden dat, aanvullend aan het Vlaamse beleid, inzet op een duurzame tewerkstelling van zoveel mogelijk burgers, met betrokkenheid van lokale partners en beleidsdomeinen (onderwijs, welzijn, jeugd, lokale economie, sociale economie,...), op maat van de lokale realiteit.
Deze samenwerkingsovereenkomst beoogt een gezamenlijke arbeidsmarktstrategie tussen de lokale besturen, Vlotter en VDAB Antwerpen. Samen worden 3 centrale ambities of thema's vastgelegd in 6 actiedomeinen, die verder vertaald werden naar tal van concrete acties. De overeenkomst en bijbehorende actieplan wordt opgevolgd door een stuurgroep.
De 6 Actiedomeinen:
1. Ongekwalificeerde uitstroom tegengaan
2. Structurele drempels naar de arbeidsmarkt verkleinen.
3. Het lokaal bestuur en VDAB werken samen aan het activeren van burgers richting arbeidsmarkt met extra aandacht voor specifieke doelgroepen.
4. Het lokaal bestuur en VDAB ondersteunen en creëren kansen voor de inclusieve economie.
5. Dienstverlening aan bedrijven.
6. Levenslang leren stimuleren.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
Samenwerkingsovereenkomst
Actieplan
Enig artikel : de samenwerkingsovereenkomst tussen de lokale besturen Aartselaar, Boom, Hemiksem, Niel, Rumst en VDAB wordt goedgekeurd.
het Nederlands Forum voor Unesco Global Geoparks (NFUGG) en de Vlaamse Unesco Commissie (VUC) zijn officieel akkoord met onze kandidaatstelling en hebben hun handtekening gezet onder de letter of intent. Deze ondertekende intentiebrief is immers één van de voorwaarden van Unesco om een kandidaatstelling als Geopark te mogen indienen.
Een UNESCO Global Geopark is een door UNESCO erkend gebied. Door het geologisch erfgoed, de cultuurhistorie en de natuur is het gebied van internationale waarde. Wereldwijd zijn er maar 147 geoparken in 41 landen. Per type karakteristieke geologie wordt slechts één regio geopark.
Link met klimaat
De Vlaams-Nederlandse Schelde Delta maakt een goede kans om de UNESCO-status te verkrijgen. De insteek van het geopark als levend klimaatlaboratorium biedt volgens UNESCO een waardevolle toevoeging aan het wereldwijde geoparkennetwerk. Er is geen ander geopark dat een zo duidelijke link legt met het thema klimaatverandering. Juist die interactie – de strijd tussen mens en water – maakt dit gebied uniek.
Zichtbaar en beleefbaar
De status van geopark draagt bij aan de profilering van onze delta. Door de bijzondere elementen in het gebied zichtbaar, beleefbaar en toegankelijk te maken, kan een economische spin-off ontstaan. Een ontwikkeling, waarvan de hele regio profijt heeft.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
Enig artikel: De Gemeenteraad keurt goed dat het Lokaal Bestuur Boom de intentiebrief mee ondersteunt om kandidatuur Geopark Scheldedelta op termijn in te dienen.
Een UNESCO Global Geopark is een door UNESCO erkend gebied en dit dossier staat los van de kandidatuurstelling om Nationaal Park Scheldevallei te worden.
Het lokaal bestuur heeft het project “intergemeentelijke werking lokaal woonbeleid” in het kader van de zelfstandige groepering onderschreven en maakt deel uit van de Intergemeentelijke Vereniging Lokaal Woonbeleid, IVLW Rivierenland.
Tijdens de zitting van 19.09.2019 heeft de gemeenteraad het subsidiedossier goedgekeurd, waardoor de gemeente akkoord is gegaan met het verderzetten van de werking van de IVLW en het uitvoeren van de verplichte en aanvullende activiteiten, zoals vermeld in het BVR lokaal woonbeleid van 16.11.2018. Door het onderschrijven van het subsidiedossier engageert de gemeente zich ervoor minstens volgende activiteiten uit te voeren:
Het lokaal bestuur stelt het belang van een goede woningkwaliteit in private huurwoningen voorop. De huurwoningen op het grondgebied moeten voldoen aan de minimale veiligheids- en kwaliteitsnormen van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. Het lokaal bestuur wenst de lopende acties hierrond verder te zetten. De gemeente koos tijdens de gemeenteraad van 19.03.2015 ervoor een verplichting op het conformiteitsattest in te voeren voor private huurwoningen. De gemeenteraad heeft hiertoe een verordening goedgekeurd.
Intussen is het wetgevend kader aangepast op basis waarvan er voorgesteld wordt de verordening aan te passen.
De mogelijkheid voor gemeenten om een conformiteitsattest te verplichten, is een belangrijk instrument voor het lokale woningkwaliteitsbeleid. De kwaliteit van het huurwoningpatrimonium in de gemeente kan op die manier in kaart gebracht worden, bewaakt en opgevolgd worden. De verplichting legt de verantwoordelijkheid bij de eigenaars en vormt voor die eigenaars een aansporing en aanmoediging om bewust om te gaan met de minimale kwaliteit van de woning die ze verhuren.
Om de verplichting meer draagkracht te geven, wenst de gemeente de verplichting te handhaven via een gemeentelijke administratieve sanctie.
Door een recente wijziging aan de Vlaamse Codex Wonen kunnen gemeenten een jaarlijks terugkerende aanvraagverplichting voorzien. Zolang aan de verplichting om over een geldig conformiteitsattest te beschikken niet is voldaan, kan opgelegd worden dat er jaarlijks een conformiteitsattest moet worden aangevraagd. Het niet aanvragen van dit attest kan dan (jaarlijks) gesanctioneerd worden met een gemeentelijke administratieve sanctie GAS, zijnde een gemeentelijke administratieve geldboete van 350 euro.
De gemeente wenst gebruik te maken van deze mogelijkheid en stelt daarom voor de huidige verordening in die zin aan te passen
Voorafgaande documenten, bespreking en adviezen
Bijkomende bespreking
Bespreking op de stuurgroep, het huisvestingsambtenarenoverleg en het lokaal woonoverleg.
De aanpassing van de verordening conformiteitsattesten heeft op zich geen financiële gevolgen.
Als niet voldaan wordt aan de verplichting om jaarlijks een conformiteitsattest aan te vragen, dan moet dit vastgesteld worden door een bevoegde vaststellende ambtenaar, die deze vaststelling overmaakt aan de sanctionerend ambtenaar. De gemeente heeft IGEAN milieu & veiligheid aangesteld als sanctionerend ambtenaar. De kosten voor de verwerking van deze dossiers worden aangerekend in het kader van de intergemeentelijke GAS-werking.
De GAS-boete wordt rechtstreeks betaald op een rekening van de gemeente.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
- de gemeenteraadsbeslissing van 19 maart 2015 met betrekking tot de gemeentelijke verordening conformiteitsattesten
- het ministerieel besluit van 30 juni 2015 tot goedkeuring van de gemeentelijke verordening conformiteitsattesten
- de gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2017 tot goedkeuring van het reglement op het aanvragen van een conformiteitsattest
- de gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2017 tot goedkeuring van het belastingreglement op het niet hebben van een conformiteitsattest voor de aanslagjaren 2018-2019
- de gemeenteraadsbeslissing van 19 september 2019 tot goedkeuring van het subsidiedossier IVLW Rivierenland voor de periode van 2020-2025
- de gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2019 tot goedkeuring van het belastingreglement op het niet hebben van een conformiteitsattest voor de aanslagjaren 2020-2026
- de gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2019 tot goedkeuring van de belasting op de afgifte van administratieve stukken voor de aanslagjaren 2020-2026
- Besluit van de Vlaamse Regering tot codificatie van de decreten betreffende het Vlaams Woonbeleid van 17 juli 2020
- Vlaamse Codex wonen van 2021 (inzonderheid boek 3 en artikel 3.2)
- Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021
- Ministerieel besluit van 17 februari 2020: Goedkeuring IVLW Rivierenland
- huisvestingsambtenarenverslag IVWL Rivierenland 29.09.2022
- stuurgroep IVWL Rivierenland verslag 21.10.2022
- ontwerpverslag lokaal woonoverleg dd 07.11.2022
- CBS 05.12.2022 - goedkeuring - verwijzing GR
Enig artikel: De gemeentelijke verordening conformiteitsattesten, goedgekeurd op de gemeenteraad van 25.02.2021, wordt opgeheven en door volgende gemeentelijke verordening conformiteitsattesten vervangen:
De gemeentelijke verordening conformiteitsattesten:
Artikel 1
Elke eigenaar en verhuurder die een woning verhuurt of ter beschikking stelt als hoofdverblijfplaats of met het oog op de huisvesting van een of meer studenten, moet voor elke woning een geldig conformiteitsattest kunnen voorleggen.
Deze verplichting wordt gefaseerd ingevoerd voor alle nieuwe verhuringen en op basis van de leeftijd van de huurwoning:
vanaf 1 januari 2021: woningen van 40 jaar en ouder
vanaf 1 januari 2026: woningen van 30 jaar en ouder
vanaf 1 januari 2029: woningen van 20 jaar en ouder
Zolang niet aan deze verplichting is voldaan, geldt een jaarlijks terugkerende verplichting om het conformiteitsattest aan te vragen. De aanvraag wordt ten laatste ingediend op de verjaardag van de dag waarop de eigenaar en verhuurder bij aangetekend schrijven in kennis is gesteld dat hij niet over het verplichte conformiteitsattest beschikt. Als ontvangstdatum van het aangetekend schrijven geldt de eerste werkdag na de verzending.
Artikel 2
De geldigheidsduur van het conformiteitsattest voor woningen en kamers is afhankelijk van het aantal gebreken in categorie 1 op het technisch verslag:
>/= 5 gebreken is 5 jaar
Artikel 3
De kostprijs van het conformiteitsattest is vastgelegd in het gemeentelijk retributiereglement.
Artikel 4
Inbreuken op bepalingen van deze verordening worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete en wordt opgelegd door de daartoe aangestelde ambtenaar conform de procedure vervat in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Artikel 5
Deze verordening treedt in werking na de goedkeuring van de gemeenteraad en de goedkeuring van de Vlaamse minister van Wonen, en ten vroegste op 1 januari 2023.
De Gemeenteraad stemde op 05/12/2013 een retributiereglement voor een standplaats op de wekelijkse markt of gelegenheidsmarkt en voor het gebruik van de elektriciteitskasten die zich op de openbare weg bevinden voor een periode aanvang nemend op 1 januari 2014 en eindigend op 31/12/2019.
De Gemeenteraad stemde op 18/02/2016 een gewijzigd retributiereglement voor een standplaats op de wekelijkse markt of gelegenheidsmarkt en voor het gebruik van de elektriciteitskasten die zich op de openbare weg bevinden voor een periode aanvang nemend op 18/02/2016 en eindigend op 31/12/2019.
De Gemeenteraad stemde op 28/03/2019 een gewijzigd retributiereglement voor een standplaats op de wekelijkse markt of gelegenheidsmarkt en voor het gebruik van de elektriciteitskasten die zich op de openbare weg bevinden met opname van een standgeld voor een standplaats op een Boomse Braderie, voor een periode aanvang nemend op 28/03/2019.
De Gemeenteraad herstemde op 19/12/2019 het retributiereglement voor een standplaats op de wekelijkse markt of gelegenheidsmarkt en voor het gebruik van de elektriciteitskasten die zich op de openbare weg bevinden voor een periode aanvang nemend op 01/01/2020 en eindigend op 31/12/2026.
Omwille van de financiële toestand van de gemeente is het noodzakelijk om belastingen te heffen en retributies te vorderen.
Om handelaars die op het parcours voor hun eigen zaak willen participeren aan een braderie niet extra te belasten is het wenselijk om deze vrij te stellen van de retributie.
Om niet ingevulde plaatsen tijdens een braderie te voorkomen is het anderzijds wel aangewezen om de vrijgestelde handelaars alsnog de retributie te laten betalen indien zij hun gereserveerde plaats niet innemen tijdens de braderie.
Gelet op de ernstige stijging van de elektriciteitsprijzen is het noodzakelijk om het tarief voor het gebruik van de elektriciteitskasten die zich op de openbare weg bevinden aan te passen.
Het college besliste in zitting van 28/11/2022 om het retributiereglement voor een standplaats op de wekelijkse markt of gelegenheidsmarkt en voor het gebruik van de elektriciteitskasten die zich op de openbare weg bevinden naar de gemeenteraad te zenden met het voorstel het voorgaande reglement op te heffen en een gewijzigd reglement te stemmen voor een periode aanvang nemend op 01/01/2023 en eindigend op 31/12/2026.
voorgestelde wijziging:
Art.4:
De retributie voor het gebruik van een elektriciteitskast te verhogen van 2,50 EUR per dag, per gebruiker naar 10,00 EUR per dag, per gebruiker.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
Art.1:
Het lopende retributiereglement op 01/01/2023 op te heffen en voor een periode aanvang nemend vanaf 01/01/2023 en eindigend op 31/12/2026 een retributiereglement voor een standplaats o/d wekelijkse markt en gelegenheidsmarkt - braderie en gebruik van elektriciteit te stemmen waarbij een standrecht geëist wordt voor het innemen van het openbaar domein (openbare weg) door wagens en kramen op de wekelijkse markt, een gelegenheidsmarkt of een braderie.
Tevens wordt een retributie geëist voor de afname van elektriciteit uit de elektriciteitskasten die zich op de openbare weg bevinden en waarvoor de gebruiker een toelating van het gemeentebestuur moet bekomen.
Art.2:
De retributie voor een standplaats op de wekelijkse markt of gelegenheidsmarkt wordt vastgesteld op 1,60 EUR per lopende meter en per dag met een maximum diepte van2,5 metereenvormig voor elke plaats inneming, doch met een minimum van 4,80 EUR voor elke instelling.
Art.3:
De retributie voor een standplaats op een braderie wordt vastgesteld op 5,00 EUR per lopende meter en per dag met een maximum diepte van 2,5 metereenvormig voor elke plaats inneming, doch met een minimum van 15,00 EUR voor elke instelling.
Art.4:
De retributie voor het gebruik van een elektriciteitskast bedraagt 10,00 EUR per dag, per gebruiker
Volgende evenementen maken gratis gebruik van de elektriciteitskasten:
- Kerstboomverbranding
- Kerstmarkt centrum
- feestmarkt centrum
- braderie
- wijkraadevenementen
Art.5:
De vaststelling van het gebruik van de elektriciteitskast en de opmeting der ingenomen oppervlakte geschiedt door de zorgen van het gemeentebestuur. (de uiterste punten van het kraam of de instelling begrenzen de in aanmerking komende oppervlakte voor berekening van het plaatsrecht).
De betaling van de retributie gebeurt door de aanvrager en volgens de modaliteiten van het huishoudelijk reglement.
Art.6:
Personen of instellingen die een plaats innemen op het openbaar domein zonder dat er een commerciële activiteit plaatsvindt, genieten vrijstelling voor wat betreft het plaatsrecht.
Personen of instellingen die ten voordele van een erkend goed doel een plaats innemen op het openbaar domein genieten eveneens vrijstelling voor wat betreft het plaatsrecht.
Handelaars gevestigd in de handelsas Hoogstraat-Blauwstraat of Antwerpsestraat die tijdens een braderie op het parcours van een braderie een standplaats reserveren en effectief innemen zijn vrijgesteld van deze retributie. Bij niet inname van de gereserveerde plaats dienen zij alsnog de geldende retributie voor de gereserveerde plaats te betalen.
Art.7:
Deze verordening zal in toepassing van de regels over het bestuurlijk toezicht worden overgemaakt aan de hogere overheid en als definitief worden aanzien indien geen bezwaren worden ingediend gedurende het openbaar onderzoek.
Autonoom Gemeentebedrijf BOOM PLUS RPR Antwerpen, afd. Antwerpen, BE 0862.976.336, met maatschappelijke zetel Antwerpsestraat 44 te 2850 Boom,
hierna genoemd "de kredietnemer",
besloten heeft bij Belfius Bank NV, met maatschappelijke zetel Karel Rogierplein 11 te 1210 Brussel, RPM Brussel, BTW BE 0403.201.185, FSMA (Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten) nr. 019649 A,
hierna genoemd "Belfius Bank",
het huidige bestaande kortetermijnkrediet ten belope van 6 000 000,00 EUR (zes miljoen euro) te verlengen met 1 jaar. Deze lijn is bestemd voor de financiering voor investeringen voor het AGB van diverse lopende onroerende projecten met name: project De Klamp, project Pachterslei – West, project Bassinstraat – Kaai, project Kaaiplatform, project handelskernversterkingen, project Bibliotheek.
Aangezien dit krediet met nr. 8 van 6 000 000,00 EUR (zes miljoen euro) dient gewaarborgd te worden door de gemeente.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijke toezicht
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, hoofdstuk 3 – Toegang tot bestuursdocumenten, art. II.26 tot en met II.51
Enig artikel: Verklaart zich onvoorwaardelijk en onherroepelijk hoofdelijk borg te stellen voor de terugbetaling van alle bedragen die door de kredietnemer verschuldigd zouden zijn ten gevolge van het krediet wat betreft zowel het kapitaal als de intresten (verwijlinteresten inbegrepen ), de reserveringscommissie, de onkosten en de bijhorigheden.
Machtigt Belfius Bank op het debet van haar betaalrekening, met waarde van hun vervaldag, om het even welke bedragen te boeken, verschuldigd door de kredietnemer in het kader van dit krediet en die nog mochten onbetaald blijven na een tijdsverloop van 30 dagen, berekend vanaf de vervaldag. Het waarborggevend bestuur zal hiervan op de hoogte gehouden worden door middel van een afschrift van de correspondentie aan de kredietnemer.
De verbindt zich, tot de eindvervaldatum van dit krediet en haar eigen leningen bij Belfius Bank alle nodige maatregelen te nemen om de storting te verzekeren op haar rekening geopend bij deze maatschappij, van al de sommen die er op dit ogenblik gecentraliseerd worden, hetzij uit hoofde van de wet (o.a. haar aandeel in het gemeentefonds en in elk ander fonds dat dit zou vervangen of aanvullen, de opbrengst van de gemeentelijke opcentiemen op de rijks-, gewest- en provinciebelastingen, alsmede de opbrengst van gemeentebelastingen geïnd door de Staat of het gewest), hetzij uit hoofde van een overeenkomst, en dit niettegenstaande elke eventuele wijziging in de manier van de inning van deze inkomsten.
Machtigt Belfius Bank ertoe deze inkomsten aan te wenden tot dekking van de bedragen die door de kredietnemer, uit welke hoofde ook, mochten verschuldigd zijn en die aan de aangerekend worden.
Deze door de gemeenteraad gegeven machtiging geldt als onherroepelijke delegatie in het voordeel van Belfius Bank.
De kan zich niet beroepen noch op de bepalingen van eventuele overeenkomsten tussen zichzelf en de kredietnemer, noch op om het even welke beschikking om haar verplichtingen uit hoofde van deze borgstelling niet uit te voeren. De ziet af van het voorrecht van uitwinning en van elke indeplaatsstelling in de rechten van Belfius Bank en van elk verhaal tegen de kredietnemer, tegen elke medeschuldenaar of medeborg, zolang Belfius Bank niet volledig is terugbetaald in kapitaal, interesten, kosten en bijhorigheden. De gemeente staat aan Belfius Bank het recht toe om aan de kredietnemer alle uitstel, voordelen en schikkingen toe te kennen die Belfius Bank geschikt acht. De verklaart uitdrukkelijk dat de borgtocht gehandhaafd blijft, tot beloop van de hierboven vermelde bedragen, welke wijzigingen Belfius Bank en/of de kredietnemer ook mogen aanbrengen aan de bedragen en/of modaliteiten van het aan de kredietnemer toegekende krediet. Belfius Bank wordt uitdrukkelijk ontslagen van de verplichting de gemeente kennis te geven van de wijzigingen waarvan hierboven sprake. Er wordt ten overvloede bepaald dat de eveneens verzaakt aan het voordeel van artikel 2037 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek, volgens hetwelk de borg ontslagen is wanneer door toedoen van de schuldeiser, de indeplaatsstelling ten gunste van de borg niet meer tot stand kan komen.
Aangezien de kredietnemer zich verbonden heeft, o.m. in geval van liquidatie, onmiddellijk het totaal bedrag van zijn schuld, zowel wat kapitaal als intresten, reserveringscommissie, onkosten en bijhorigheden betreft, aan Belfius Bank terug te betalen, bevestigt de gemeenteraad de hierboven aangegane verbintenissen, in verband met de betaling van de bedragen, die door Belfius Bank uit dien hoofde zullen gevorderd worden.
Mochten voormelde ontvangsten ontoereikend zijn voor de betaling van de verschuldigde bedragen die aan de zullen aangerekend worden dan gaat ze de verbintenis aan, bij Belfius Bank het bedrag te storten nodig om de vervallen schuld volledig af te betalen.
Bij gehele of gedeeltelijke laattijdige betaling van de verschuldigde bedragen, zijn de interesten voor laattijdige betaling en de vergoeding voor invorderingskosten van rechtswege en zonder ingebrekestelling verschuldigd, berekend volgens de wettelijke rentevoet die van toepassing is bij betalingsachterstand bij handelstransacties.
Indien deze waarborg ten voordele van Belfius Bank op een later tijdstip verhoogd, verlengd, of op enige andere manier gewijzigd dient te worden, wordt het college van burgemeester en schepenen van de gemeente uitdrukkelijk gemachtigd om deze beslissing te nemen krachtens artikel 41 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De borg verklaart kennis te hebben genomen van en bijhorend Kredietreglement Public & Social Banking van juni 2017 en er de bepalingen van te aanvaarden.
Dit besluit is onderworpen aan de toezichthoudende overheid zoals voorzien in de toepasselijke decreten en besluiten.
Verdaagd.
Afgevoerd.
Nihil.
De voorzitter sluit de zitting op 15/12/2022 om 22:54.
Aldus gedaan in zitting datum voormeld.
Goedgekeurd door de gemeenteraad.
Namens Gemeenteraad,
Lize Van Dijck
waarnemend algemeen directeur
Kim Van Kerckhoven
voorzitter gemeenteraad